Samenvatting leerwerkboek 1 Wie ben ik?

Thema 1 BK/KGT

Les 1
1 / 41
next
Slide 1: Slide
M&MMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Thema 1 BK/KGT

Les 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kan aan het einde van de les:

  1. Uitleggen wat een eigen omgeving is.
  2. Uitleggen wat inzoomen en uitzoomen betekent.


  3. Herkennen wat inrichtingselementen zijn            (ingericht landschap).
  4. Herkennen wat natuurlijke elementen zijn (natuurlandschap).

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kan aan het einde van de les:

  1. Drie belangrijkste dingen noemen, waarop je moet letten als je naar een kaart kijkt. 
  2. Van een kaart zeggen of het een thematische kaart, een overzichtskaart of een topografische kaart is.


  3. Plaatsen opzoeken in de atlas
  4. Kaarten over een gegeven onderwerp opzoeken in de atlas.
  5. Uitleggen hoe de wereldbol is ingedeeld met lengtecirkels en breedtecirkels 

Slide 3 - Slide

Noord Amerika
Europa
Zuid Amerika
Azië
Afrika
Australië

Slide 4 - Drag question

Uitzoomen
Het gebied wordt steeds groter

Inzoomen
Het gebied wordt steeds kleiner
Mijn omgeving

Slide 5 - Slide

Bij inzoomen wordt het gebied dat je ziet steeds ……….
A
kleiner
B
groter

Slide 6 - Quiz

Bij inzoomen haal je iets wat veraf is ……...
A
verder weg
B
dichterbij

Slide 7 - Quiz

Inzoomen
Uitzoomen
Dichterbij
Meer details
Een groter gebied
Minder details
Verder weg
Een kleiner gebied

Slide 8 - Drag question

Bekijk de kaarten hieronder en sleep ze allemaal naar het juiste vak. Klik op de kaarten om ze te vergroten.
topografische kaart
Overzichtskaart

Thematische kaart

Slide 9 - Drag question

Wat voor soort kaart is dit?



A
topografisch kaart
B
Overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Landkaart

Slide 10 - Quiz

Overzichtskaarten



Laat zien hoe een gebied eruit ziet en of er bijvoorbeeld veel bergen zijn. 

Slide 11 - Slide

Themakaarten

Kaarten over een onderwerp of thema bijvoorbeeld temperatuur, neerslag of vulkanen

Slide 12 - Slide

Topografische kaart

Dit is een overzichtskaart van een klein gebied. Op een topografische kaarten staan bijna alle wegen en gebouwen in een gebied apart ingetekend

Slide 13 - Slide

Wat voor soort kaart zie je hier?
A
Een overzichtskaart
B
Een thematische kaart
C
Een topografische kaart

Slide 14 - Quiz

Wat voor soort kaart zie je hier?
A
Een overzichtskaart
B
Een thematische kaart
C
Een topografische kaart

Slide 15 - Quiz

Wat voor soort kaart zie je hier?
A
Een overzichtskaart
B
Een thematische kaart
C
Een topografische kaart

Slide 16 - Quiz

Wat voor soort kaart zie je hier?
A
Een overzichtskaart
B
Een thematische kaart
C
Een topografische kaart

Slide 17 - Quiz

Van cm naar km...
A
gaan 5 nullen weg
B
gaat de komma 3 plaatsen naar links
C
is delen door 100
D
kan helemaal niet

Slide 18 - Quiz

De afstand van plaats A naar B op een kaart is 20 cm. De schaal is 1:1.200.000. Wat is de echte afstand in km?
A
40 km
B
240000 km
C
24.000.000 km
D
240 km

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste onderdelen op een kaart?

Slide 20 - Mind map

Waar kun je zoeken als je een plaats in de atlas wil opzoeken?

Slide 21 - Mind map

Wat is een legenda?

Slide 22 - Mind map

Als je al ongeveer weet waar een land ligt, dan vind je dat land het snelst via...
A
de inhoud
B
het namenregister
C
de bladwijzer
D
de legenda

Slide 23 - Quiz

Je zoekt een kaart over klimaat in...
A
de Legenda
B
het Namenregister
C
het Zaakregister
D
op de Bladwijzer

Slide 24 - Quiz

Een getal dat aangeeft hoe vaak de werkelijkheid kleiner is gemaakt, is?
A
de werkelijkheid
B
Schaal
C
Windstreken
D
op de Kaart

Slide 25 - Quiz

Dit deel van de atlas is de/het .....
A
register
B
inhoud
C
legenda
D
bladwijzer

Slide 26 - Quiz

Welke plaats ligt in kaartvak D1?
A
Groningen
B
Leeuwarden

Slide 27 - Quiz

Waar in de atlas vind je alle registers?
A
voorin de atlas
B
achterin de atlas

Slide 28 - Quiz

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 100.000 cm is.
Hoeveel kilometer is dit dan?
A
1000
B
100
C
10
D
1

Slide 29 - Quiz

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 500.000 cm is.
Hoeveel kilometer is dit dan?

Slide 30 - Open question

Ingerichte landschap
Ingerichte landschappen:
  • Zijn landschappen met inrichtingselementen en natuurlijke elementen.

Inrichtingselementen zijn door de mens gemaakt of aangelegd. 
Voorbeelden zijn:
  • Wegen
  • Gebouwen
  • Bruggen
  • Kanalen
  • Aangepaste bomen


Slide 31 - Slide

Natuurlandschap
Natuurlandschappen:
  • Zijn landschappen met alleen Natuurlijke elementen.

Natuurlijke elementen zijn niet door de mens gemaakt. 
Voorbeelden zijn:
  • Meren
  • Bergen
  • Rivieren
  • Oerwouden

Slide 32 - Slide

Natuurlandschappen
Ingerichte landschappen

Slide 33 - Drag question

Windstreken
Noord
Oost
Zuid
West
N.W.
Z.W.
Z.O.
N.O.

Slide 34 - Drag question

Noord, Oost, Zuid en West zijn?
A
de werkelijkheid
B
Schaal
C
Windstreken
D
op de Kaart

Slide 35 - Quiz

Hoe heet lijn 3?
A
Evenaar
B
0 Meridiaan
C
Lengtegraad
D
Noorderbreedte

Slide 36 - Quiz

Welke plaats ligt op 20° ZB en 40 °WL?
A
1
B
2
C
4
D
B

Slide 37 - Quiz

Luanda ligt op
A
10° NB
B
10° ZB

Slide 38 - Quiz

Welke plaats ligt op 30° NB?
A
Caïro
B
Mekka
C
Madrid
D
Durban

Slide 39 - Quiz

Noordelijk halfrond
Zuidelijk halfrond

Slide 40 - Drag question

Nulmeridiaan
Evenaar
Lengte
Breedte

Slide 41 - Drag question