3h meervouden en verkleinwoorden

Welkom havovwo 1
Pak je boek en zoek op blz. 202
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom havovwo 1
Pak je boek en zoek op blz. 202

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
- Uitleg spelling meervouden
- zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Wat is het meervoud van 'blad'?
(Dat ding dat van de boom af valt)
A
bladeren
B
bladen

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van gewoonte?
A
gewoontes
B
gewoonten

Slide 4 - Quiz

Theorie - meervoudsuitgangen
- (e) n -> plant wordt planten
- s -> pauze wordt pauzes
- eren -> kind wordt kinderen
Let op: sommige woorden hebben twee meervoudsvormen: gemeenten en gemeentes

Slide 5 - Slide

Wat is het meervoud van taxi?
A
Taxis
B
Taxies
C
Taxi's

Slide 6 - Quiz

Theorie - meervoudsuitgang
Woorden die in het enkelvoud op de klinkers a,i,o,u, of y eindigen, schrijf je met 's. 
Bijvoorbeeld: piano's, baby's
Geen uitspraakprobleem? Dan de s eraan vast: essays, cadeaus, cafés

Slide 7 - Slide

Wat is het meervoud van forel
A
forelen
B
forellen

Slide 8 - Quiz

Wat is het meervoud van kievit
A
kieviten
B
Kievitten

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van raaf
A
rafen
B
raven

Slide 10 - Quiz

Wat is het meervoud van fotograaf
A
fotografen
B
fotograven

Slide 11 - Quiz

Theorie - meervoudsuitgang (3)
- als woorden in het meervoud -(e)n krijgen, dan wordt de laatste letter van het enkelvoud soms verdubbeld ivm spraakverwarring
- woorden die eindigen op onbeklemtoond -ik, -el, -es, -et, -it krijgen geen verdubbeling van de laatste letter
- meestal verandert in het meervoud de f in een v en de s in een z, maar niet altijd

Slide 12 - Slide

Wat is het meervoud van melodie
A
melodieën
B
melodiën
C
melodien

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van bacterie
A
bacterieën
B
bacteriën

Slide 14 - Quiz

Theorie- meervoudsuitgang (4)
 Bij woorden die op -ie eindigen, hangt de meervoudsvorm af van de klemtoon:
- met klemtoon op ie: meervoud - ën
met klemtoon niet op ie:  meervoud -n en een trema op de laatste e.
Dus: epidemie -> epidemieën
kolonie -> koloniën

Slide 15 - Slide

Wat is het meervoud van abonnee
A
abonneeën
B
abonnees

Slide 16 - Quiz

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideën
C
ideeën

Slide 17 - Quiz

theorie meervoudsuitgang (5)
Woorden die eindigen op ee, krijgen in het meervoud meestal - ën, soms -s.

Slide 18 - Slide

Wat is het meervoud van museum?
A
Musea
B
museums
C
muesa's

Slide 19 - Quiz

Wat is het meervoud van politicus
A
politici's
B
politici
C
politicussen

Slide 20 - Quiz

Theorie meervoudsuitgang (6)
leenwoorden die eindigen op um of us, hebben meestal twee meervoudsvormen.

Musicus -> musici
catalogus -> catalogi en catalogussen

Slide 21 - Slide

Theorie meervoudsuitgang (7)
In meervouden van letters, afkortingen of cijfers zet je een apostrof.

Dus: cd's, twee a's, de GGD's

Slide 22 - Slide

Slide 24 - Slide