Het onbepaald en het betrekkelijk voornaamwoord

   Het onbepaald en het betrekkelijk voornaamwoord
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

   Het onbepaald en het betrekkelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Les 26: Samenvatten 




Lees het onthoudkader p.358
timer
3:00
(Campus Nederlands 3) 

Slide 2 - Slide

Wat is NIET waar over het voornaamwoord 'wat'?
A
... is een betrekkelijk voornaamwoord.
B
... gebruik je om te verwijzen naar een hele zin.
C
... gebruik je bij personen na een voorzetsel
D
... gebruik je om naar iets onbepaalds te verwijzen.

Slide 3 - Quiz

Wat is NIET waar over het onbepaald voornaamwoord?
A
Je kan het onbepaald voornaamwoord zelfstandig EN bijvoeglijk gebruiken.
B
Een onbepaald vnw verwijst steeds naar een antecedent.
C
Je gebruikt een onbepaald vnw om zowel naar dingen als personen te verwijzen.
D
Je gebruikt een onbepaald vnw om naar 'mensen in het algemeen' te verwijzen.

Slide 4 - Quiz

Vul het correcte voornaamwoord in.

'De kat ... daar loopt, heeft een gebroken poot.
A
wie
B
wat
C
dat
D
die

Slide 5 - Quiz

Vul het correcte voornaamwoord in.

'De hooligan kwam spontaan de schade vergoeden, ... ik niet verwacht had.
A
wie
B
wat
C
dat
D
die

Slide 6 - Quiz

timer
5:00
oef 3 p.359   

Slide 7 - Slide

oef 3 p.359: oplossingen
1) dat
6) elke
11) die
2) alles
7) die
12) dat/wat
3) alle
8) dat
13) die
4) wat
9) die
14) die
5) Men
10) dat
15) dat

Slide 8 - Slide

  • oef 4 p.361
  • oef 5 p.362
  • groen kader p.363!!!
[oef 6 & 7 p.363-364]


timer
10:00
< verbetersleutels op Smartschool

Slide 9 - Slide

  • per twee
  • vandaag + eventueel morgen
(anders materiaal om te studeren meebrengen)
  • wil je de tekst beluisteren of de oefeningen nog bekijken: middagpauze lok.1.10
Volgende les

Slide 10 - Slide