This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leerdoelen grammatica zinsdelen:
- je kan de persoonsvorm vinden in een zin
- je kan de zin correct verdelen in zinsdelen
- je kan het onderwerp vinden in de zin
- je kan het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin
- je kan het lijdend voorwerp vinden in een zin
Slide 1 - Slide
Persoonsvorm
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Werkwoordelijk gezegde
Hoe vind je ook alweer het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde is de persoonsvorm + alle andere werkwoorden in een zin.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Het onderwerp
Hoe vind je ook alweer het onderwerp? wie/wat + wg.
Slide 6 - Slide
Zinsdelen
Een zin bestaat uit verschillende delen: zinsdelen Een voorbeeld van een zinsdeel is de persoonsvorm. Ook het onderwerp en het werkwoordelijke gezegde zijn zinsdelen
Slide 7 - Slide
Wanneer is een woord of groepje woorden een zinsdeel?
Doe de zinsdeelproef:
- zet een zinsdeel voor de pv.
-Klinkt de zin nog logisch. Dan is het woord of groepje een zinsdeel.
Voorbeeld: mijn zusje / heeft / een nieuwe fiets / gekregen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp (lv) is een zinsdeel. In elke zin spelen de zinsdelen een rol. Het onderwerp noemen we de hoofdrolspeler. Andere zinsdelen spelen bijrollen. Het lijdend voorwerp speel een bijrol in de zin.
Slide 10 - Slide
Hoe zoek je het lijdend voorwerp op?
Stel de vraag: wat (of wie) + wg + o. Het antwoord op de vraag is het lv.
Voorbeeld: De fotograaf maakt een foto van mijn zusje. Wat of wie maakt de fotograaf? Een foto van mijn zusje = lv
Slide 11 - Slide
Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan. Wat is de pv?
Slide 12 - Open question
Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan. Verdeel de zin in zinsdelen.
Slide 13 - Open question
Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan. Wat is het onderwerp?
Slide 14 - Open question
Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan. Wat is het gezegde?
Slide 15 - Open question
Ik raad je in dit geval een open vliegticket aan. Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 16 - Open question
De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten. Wat is de persoonsvorm?
Slide 17 - Open question
De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten. Verdeel de zin in zinsdelen.
Slide 18 - Open question
De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten. Wat is het onderwerp?
Slide 19 - Open question
De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten. Wat is het gezegde?
Slide 20 - Open question
De zorg voor je huisdier moet je niet onderschatten. Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 21 - Open question
Wat ga je doen?
- oefen met de woordentrainer bij hoofdstuk 3.5
- maak online de oefentoets als je de test jezelf van hoofdstuk