Klas 1 - week 7
1 / 39
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
il a
A
hij is
B
zij is
C
zij heeft
D
hij heeft
Slide 6 - Quiz
la patte
A
de poot
B
de staart
C
de koe
D
de kip
Slide 7 - Quiz
la patte
A
de poot
B
de staart
C
de koe
D
de kip
Slide 8 - Quiz
le loup
A
de poot
B
de staart
C
de wolf
D
de olifant
Slide 9 - Quiz
het paard
Slide 10 - Open question
de koe
Slide 11 - Open question
de poot
Slide 12 - Open question
de poot
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Link
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Décrire un éléphant
(5 zinnen)
(5 zinnen)
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Il peut nager?
Slide 26 - Open question
Il peut voler?
Slide 27 - Open question
Il ne peut pas voler
Il peut voler.
Il ne peut pas voler.
Il ne peut pas voler.
Slide 28 - Drag question
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
C'est un éléphant.
A
Il ne peut pas voler.
B
Il peut voler.
Slide 33 - Quiz
C'est un souris.
A
Il ne peut pas marcher.
B
Il peut marcher.
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Les objectifs?
