Het Urinewegstelsel

ALA3C GZHK
Einde van dit blok, week voor kantelweek, eindtoets
per onderdeel 1/2 vragen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

ALA3C GZHK
Einde van dit blok, week voor kantelweek, eindtoets
per onderdeel 1/2 vragen

Slide 1 - Slide

Urinewegstelsel

Slide 2 - Slide

Wat doen de
NIEREN

Slide 3 - Mind map

Wat is de functie van de nieren?
Kies het juiste antwoord
A
afvalstoffen uit bloed verwijderen
B
regeling van de bloeddruk
C
alle antwoorden zijn juist
D
regeling van water- en zoutenhuishouding

Slide 4 - Quiz

Functie van de nieren
Functies van de nieren in het kort
  1. Vorming van urine (diurese); afvoeren van afvalstoffen
  2. Binnen grenzen houden van vocht en elektrolyten, de pH en de bloeddruk 
  3. Productie van hormonen en vitaminen, zoals:
het hormoon EPO (erytropoëtine), dat het beenmerg stimuleert om rode bloedcellen te maken.
vitamine D. De nier zet vitamine D uit de huid om in de actieve vorm (vitamine D3). Dat zorgt voor meer calcium in het bloed
4. Speelt een rol bij de bloeddruk regulatie middels ADH en Aldosteron (zijn ook hormonen)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoeveel % van het bloed dat het hart uitpompt gaat naar de nieren?
A
5%
B
10%
C
20%
D
1%

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Nefronen
  • Liggen in nierschors en niermerg 
  • Functionele eenheid van de nier -> Filteren het bloed en maken urine
  • Elke nier heeft 1 miljoen nefronen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Afvalstoffen toegevoegd aan de urine
  • Bilirubine is het afbraakproduct van het hemoglobine (HB)
  • Urinezuur is een afbraakproduct van de cellen (stofwisseling)
  • Ureum is het afbraakproduct van eiwit
  • Creatinine is het afbraakproduct van spierweefsel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Hoeveel liter voorurine wordt er per 24 uur geproduceerd?
A
160
B
170
C
180
D
190

Slide 17 - Quiz

Hiervan blijft maar zo'n 1,5 Liter urine over die je uitplast, voorurine bestaat uit 99 % water, en dat wordt bijna allemaal gersorbeerd !

Slide 18 - Slide

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 19 - Quiz

VOLUME REGULATIE

Slide 20 - Slide

Bloeddruk regulatie
  •  Hoe meer vocht er wordt vastgehouden, hoe hoger de bloeddruk. 
  • Bij veel vochtverlies daalt de bloeddruk
  • Bij een te lage bloeddruk maken de nieren een hormoon dat de bloeddruk verhoogt (Renine/aldosteron) (RAAS systeem) en neemt de productie van het ADH toe
  • Bij een te hoge bloeddruk  wordt het ADH geremd

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

NIEREN EN HET REGELEN VAN DE PH WAARDEN

De nieren hebben een functie bij het regelen van de zuurtegraad in het lichaam.
Een lage zuurgraad noemen we acidose
Een te hoge zuurgraad noemen basisch
De nieren kennen een buffersysteem op basis van het bicarbonaat.
Bicarbonaat is basisch
De longen kennen een buffersysteem op basis van het koolzuur.
Koolzuur is zuur
Dit doen ze onder invloed van H+ ionen, dat zijn positief geladen waterstofdeeltjes.
Bij een teveel aan H+ ionen wordt het lichaam zuurder
Bij een tekort aan H+ionen wordt het lichaam basisch 
De ademhaling regeert op deze zuurtegraad door sneller te ademen.
De nieren reageren door natriumbicarbonaat vast te houden of meer uit te plassen. 
Dit is een continue proces in je lichaam

Slide 23 - Slide

Wat is de normaalwaarde voor de pH van het bloed?
A
tussen 7.0 en 7.2
B
tussen 7.35 en 7.45
C
tussen 6.0 en 6.2
D
tussen 7.4 en 7.6

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Urinewegen
  • Urineleider
  • urineblaas
  • urinebuis

Slide 26 - Slide

Urinewegen
  • urineleiders; overbuggen 30 cm van nier naar blaas
  • urineblaas; slaat eindurine op, grootte varieert van tennisbal tot voetbal (overvulling0
  • urinebuis ; verbind de blaas met de buitenwereld. Vrouwen 2,5-3 cm lang, mannen 18-20 cm lang. Rondom een externe met de wil aanstuurbare kringspier.
  • blaasreflex en plassen; aangestuurd door hersenstam, blaasspier trekt samen, kringspier rond urinebuis gaat open. Ophouden van de plas blaasspier ontspant en sluitspier kringspier rond urinebuis.
  • Blaaswand reksensoren; druk door blaasvulling, wordt doorgegeven aan hersenstam, bewustwording, zelf toestemming geven

Slide 27 - Slide

Aandoeningen urinewegstelsel
  • urineweginfectie
  • pyelonefritis
  • nierinsufficiëntie (accuut nierfalen); lage bloeddruk, exogene toxinen(gifstoffen van buitenaf bijv. ab), endogene toxinen (door het lichaam zelf gevormd, bijv. afbraak spierweefsel)
  • Chronisch nierfalen; klachten als nieren nog maar 25 % werken( auto-immuunziekten)
  • Nierstenen
  • tumoren; Blaascarcinoom, niercelcarcinoom

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Vragen ??
Na de vakantie ademhalingsstelsel

Slide 30 - Slide