Literatuur: beeldspraak (2)

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
  • ... kun je een omschrijving geven van een metafoor, personificatie en synesthesie

Slide 2 - Slide

Metafoor
Alleen het beeld wordt genoemd (het object wordt weggelaten)

  • Ruim die zwijnenstal eerst naar eens op. (bedoeld wordt: je kamer)

  • Die engel bracht iedereen een kopje thee. (bedoeld wordt: een lief persoon)

Slide 3 - Slide

Metafoor
Gezegden en uitdrukkingen zijn vaak metaforen:

  • Ik heb met hem een appeltje te schillen. (bedoeld wordt: iets rechtzetten)

  • Hij heeft het achter zijn ellebogen. (bedoeld wordt: hij is niet eerlijk, achterbaks)

Slide 4 - Slide

Personificatie
Een voorwerp of abstract begrip krijgt menselijke eigenschappen:
  • De bomen fluisteren haar naam.
  • De zon legde een deken van stralen over de bergen.
  • De kozijnen schreeuwen om een verfbeurt.

Slide 5 - Slide

Synesthesie
Er worden twee zintuigen met elkaar vermengd:

  • De schilder gebruikte schreeuwende kleuren.
  • Het gebouw was gevuld met stinkende geluiden.

Slide 6 - Slide

Zelf aan de slag
Maken: Cursus 5 (Formuleren), par. 10, opdr. 5 t/m 7.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken
2. Lezen in je literaire roman


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

metafoor
metonymie
personificatie
vergelijking 
synesthesie
Heb je de nieuwe van Ed Sheeran al gehoord?
De stoel zuchtte onder het gewicht van de man.
Je hartslag sust me in slaap.
We zullen haar uit de brand helpen.
Tijd is als lucht: je ziet het niet maar het is er wel.
Zij is tot over haar oren verliefd.
Het hele lokaal viel stil na die opmerking.
Hij hoorde haar kille stem.

Slide 9 - Drag question

Ik weet wat beeldspraak is en kan het toepassen.
Ja
nee
ik heb nog vragen.

Slide 10 - Poll