YV5-TH1-BS6

Spieren en beweging
thema 1 BS6
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Spieren en beweging
thema 1 BS6

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven
  • Je kunt de effecten van training en doping gebruik uitleggen
  • je kunt de uitvoering van een onderzoek en conclusie evalueren

Slide 2 - Slide

Typen spierweefsel (binas 80E)

Slide 3 - Slide

Vorming en werking acetylcholine (zie binas 88H)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Lees BS6 en maak opgave 50 t/m 57

Slide 7 - Slide

Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Slide 8 - Slide

Rigor mortis
Na het overlijden van een persoon zien we meerdere dingen veranderen in en aan
het lichaam. De bloedcirculatie stopt met als gevolg dat het bloed enkel onder
invloed van de zwaartekracht beweegt. Dit zorgt ervoor dat het uit de huid wegtrekt
en in de laagstgelegen delen van het lichaam zakt. Dit kan voor verkleuringen
zorgen die bij forensisch onderzoek informatie kunnen geven over de oorspronkelijke
positie van het lichaam. Door het wegtrekken uit de huid is een overleden persoon
bleker van kleur.
Een ander fenomeen na het overlijden is rigor mortis ofwel lijkstijfheid. Dit treedt op
binnen een paar uur na overlijden. Uiteindelijk trekt rigor mortis weer weg.
Afhankelijk van omstandigheden kan dit tot een paar dagen duren.

De vraag aan jullie is: waarom treedt rigor mortis op en wat zorgt er vervolgens voor
dat het weer wegtrekt?
Je mag hierbij gebruik maken van je boek en Binas. Binas helpt je hierbij meer dan
het boek doet. Er zijn een aantal hints beschikbaar bij de docent. Probeer uiteraard
zo min mogelijk hints te gebruiken.
Opdracht op Classroom: 

Slide 9 - Slide

Betrouwbaar en valide  onderzoek ?
Fig.1           Fig.2        Fig.3.      Fig.4 
Het doel van elke meting (kleine zwarte stip) is om op de grote zwarte stip in het midden uit te komen. In figuur 1 zitten de metingen dicht bij elkaar (betrouwbaar) maar het gemiddelde van de stippen ligt niet in de buurt van de grote middelste zwarte stip (niet valide)
Bij figuur 2 zijn de metingen overal (niet betrouwbaar) maar het gemiddelde van de metingen zal wel rond de middelste zwarte stip liggen (valide)
Bij figuur 3 zijn de metingen over de bovenste helft verspreid (niet betrouwbaar) en het gemiddelde van de stippen zal ook niet bij de middelste stip in de buurt komen (niet valide)
In figuur 4 liggen alle metingen bij elkaar (betrouwbaar) en het gemiddelde van de stippen zal ook in de buurt van de middelste stip liggen (valide)

Slide 10 - Slide