Oefenen met aspecten van de voorstelling

Aspecten van de voorstelling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Aspecten van de voorstelling

Slide 1 - Slide

Dit moet je weten! Hulpwoorden
 Weet je de hulpwoorden nog?
Voorbeelden zijn: Landschap, stilleven, en face, en profiel, geënsceneerd, houding, gebaar, gezichtsuitdrukking, naar de fantasie/naar de waarneming

Slide 2 - Slide

Dit moet je weten! Voorstellingsaspecten
Bijvoorbeeld. Het schoolbord
Het rennende paard
De pratende juf

Slide 3 - Slide

Uitleg 
 
We gaan nu steeds één opvallend ding noemen uit de voorstelling. 

Een ander woord voor ‘ding’ is aspect daarom noemen we ‘een ding uit de voorstelling’ een voorstellingsaspect



Slide 4 - Slide

Voorbeeld I

Vraag: Noem een voorstellingsaspect.


Slide 5 - Slide

Uitleg II
Nu gaan we een stap verder:
Een voorstellingsaspect mag vanaf nu nooit uit 1 woord bestaan.
Gebruik dus een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. 

Bijvoorbeeld: "De grote hoed"  

(Grote = Bijvoeglijk naamwoord
Hoed = Zelfstandig naamwoord)

Slide 6 - Slide

Uitleg II

Om een voorstellingsaspect op te schrijven kan je soms een hulpwoord gebruiken. 

Bijvoorbeeld: "Het duistere landschap"  

(Duistere = Bijvoeglijk naamwoord
Landschap = zelfstandig naamwoord)



Slide 7 - Slide

Voorbeeld II

Vraag: Noem een voorstellingsaspect.
Antwoord: Het portret en profil
Of De grote hoed

Slide 8 - Slide



Er komt 1 regel bij: Je mag geen kleuren noemen in je antwoord. 


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Noem voorstellingsaspect
A
de auto
B
de rode auto
C
de vliegende auto

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is het meest volledige aspect van de voorstelling?
A
De zittende leeuw
B
lantaarnpaal
C
leeuw
D
man

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide


Wat is het meest volledige aspect van de voorstelling?

A
regen
B
straat
C
man en vrouw
D
de nat geregende straat

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

De man is bedroefd. Aan welk voorstellingsaspect zie je dat?
A
Bomen in de verte
B
zielige gezichtsuitdrukking
C
houding
D
het wijde landschap

Slide 17 - Quiz

'Bomen in de verte' en 'het wijde landschap' zijn wèl voorstellingsaspecten maar geven geen antwoord op de vraag.
Want door een rij bomen ben je niet bedroefd.
"Houding" is niet fout, maar alleen houding is erg beperkt als antwoord. Zeg dan bijvoorbeeld "de gebogen houding"

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

De man en vrouw liggen de zonnen. Aan welk voorstellingsaspect zie je dat?
A
parasol
B
de uitgeklapte parasol
C
badbak
D
de gekleurde parasol

Slide 20 - Quiz

Gaf jouw antwoord echt antwoord op de vraag? 

Slide 21 - Slide

Dus...
Bij vragen waarbij je Aspecten van de Voorstelling moet noemen, moet je:

Slide 22 - Slide