Elk groepje krijgt een werkblad met kwaliteiten. Knip de kaartjes uit. Elke leerling krijgt 3 kaartjes. De rest van de kaartjes ligt omgekeerd op een stapeltje op tafel.
Om de beurt pak je een kaartje van de stapel en lees je de kwaliteit voor. Geef het kaartje aan iemand bij wie de kwaliteit past. Je zegt dan: ik vind de kwaliteit ….. goed bij jou passen, want …..
Degene die het kaartje heeft gekregen, heeft nu 4 kaartjes. Daarvan geeft hij of zij er één weg. Je zegt dan: ik vind de kwaliteit ….. goed bij jou passen, want …
Als de kwaliteit bij niemand past, leg dan het kaartje op een apart stapeltje.
Jullie gaan net zolang door, tot iedereen 3 kaartjes heeft die echt bij hem of haar passen.