van bevruchte eicel tot geboorte

van bevruchte eicel tot geboorte
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

van bevruchte eicel tot geboorte

Slide 1 - Slide

dag 1-9 na ovulatie
  • Na ovulatie is de eicel 1 dag vruchtbaar
  • bij bevruchting maakt de zaadcel contact met de zona pellucida
  • De zona pellucida verandert in het bevruchtingsmembraan
  • na bevruchting vinden er klievingsdelingen plaats (zygote)
  • de zygote reist 3-4 dagen door de eileider naar de baarmoeder en verandert in een embryo
  • innesteling vindt plaats tussen dag 5-9


Slide 2 - Slide

Blastula
Na 5 dagen is het embryo een blaasje (met een holte) en heet dan blastula.
De buitenste laag cellen heet de trofoblast de holte heet de blastulaholte.


Slide 3 - Slide

7 dagen
In de blastula zit een klompje cellen (embryoblast) met de kiemschijf (toekomstig embryo) en het toekomstige dooierblaasje.

Slide 4 - Slide

I

Slide 5 - Slide

vorming vruchtvliezen

Slide 6 - Slide

embryo-stadium
  • Tot 8 weken
  • Na 3 weken is het bloedvatenstelsel gevormd.
  • De placenta en navelstreng zijn gevormd. 
  • Rondom week 6 begint de ontwikkeling van vrouwelijke/mannelijke geslachtsorganen
  • Na 8 weken zijn alle organen gevormd

Slide 7 - Slide

Foetus
  • Na 8 weken (ongeveer 3 cm lang)
  • verdere ontwikkeling organen
  • groei
  • Na 24 weken levensvatbaar



Slide 8 - Slide

geboorte
  • Vanaf maand 7 indaling
  • bevalling:
  1. ontsluitingsfase: ontsluitingsweeën
  2. uitdrijvingsfase: persweeën
  3. nageboorte: placenta

prostaglandinen, oxytocine, prolactine

Slide 9 - Slide

Zijn bij een embryo de vruchtvliezen gevormd door de moeder of door het embryo? En de navelstreng?
A
Allebei door de moeder
B
Vruchtvliezen door moeder, navelstreng door embryo
C
Vruchtvliezen door embryo, navelsteng door moeder
D
Allebei door embryo

Slide 10 - Quiz

Zet de volgende processen of stadia in chronologische volgorde
1
2
3
4
5
6
ovulatie
innesteling
zygote
klievingsde-
lingen
bevruchting
blastocyst

Slide 11 - Drag question

Wat is de volgorde van de bevalling?
A
ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
B
uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
C
ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
D
uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Slide 12 - Quiz