Paragraaf 2 Bezittingen en schulden

huiswerk
paragraaf 1 vraag 1 t/m 14
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

huiswerk
paragraaf 1 vraag 1 t/m 14

Slide 1 - Slide

Paragraaf 2 bezittingen en schulden
leerdoelen
Je kunt een balans lezen
Je kunt de balansmutaties beredeneren

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Balans
f
schulden (credit)
bezittingen (debet)
EVENWICHT
vaste activa
vlottende activa
liquide middelen
eigen vermogen
schulden lange termijn
schulden korte termijn

Slide 4 - Slide

duurzame activa (vaste activa)
  • Gebouwen
  • Inventaris
  • Machines

Slide 5 - Slide

Balans

Slide 6 - Slide

BalanS
Debet (Bezittingen)
Vaste activa (>1 jaar)
  • Inventaris
Vlottende activa (<1 jaar)
  • Voorraad
  • Debiteuren
Liquide middelen
  • Geld in kas
  • Banksaldo
Credit (Schulden)
Eigen vermogen
Schulden lange termijn (>1 jaar)
  • Lening bank
Schulden korte termijn (<1 jaar)
  • Crediteuren

Slide 7 - Slide

balansmutaties
  • een balansmutatie is een verandering op de balans.
  • de balans is altijd in evenwicht
  • daarom moeten er minimaal 2 veranderingen plaatsvinden

Slide 8 - Slide

Balans

Slide 9 - Slide

Gegeven:
Banksaldo (tegoed) € 3.000,-
Inventaris € 35.000,-
Kas € 500,-
Lening € 17.000,-
Voorraad € 22.000,-

Maak de balans

Slide 10 - Slide

Balans
EV
Lening
Inventaris
Voorraad
Bank
Kas
€ 35.000,-
€ 22.000,-
€   3.000,-
€      500,-

€ 60.500,-
€ 43.500,-
€  17.000,-



€ 60.500,-
Debet
Credit

Slide 11 - Slide

activa
debiteuren = klanten die hun rekening nog moeten betalen
liquide middelen = kas of bank

passiva
crediteuren = leveranciers aan wie je nog geld schuldig bent

Slide 12 - Slide

Balansmutaties
balans is in evenwicht, dus kan er nooit één mutatie plaatsvinden, er zijn altijd twee veranderingen.

bijv debiteur Hersi betaalt de rekening door €199 over te maken van zijn bankrekening naar de bankrekening van de ondernemer

balansmutaties:
debiteuren         - €199
banksaldo          + €199

Slide 13 - Slide

huiswerk
maken paragraaf 2 
vraag 1 t/m 10

Slide 14 - Slide