Oefenen voor de eindtoets 2Q

Welkom! Wat gaan we doen deze les?
                                                  Tijdens deze les
  • Quiz blok 1 tm 3                    Iedereen                                  

                                                    Tijd over? Dan....                   
  • Extra uitleg blok 1 volgen
  • Zelfstandig leren 

Log in op lessonup 
Code staat op het bord
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Welkom! Wat gaan we doen deze les?
                                                  Tijdens deze les
  • Quiz blok 1 tm 3                    Iedereen                                  

                                                    Tijd over? Dan....                   
  • Extra uitleg blok 1 volgen
  • Zelfstandig leren 

Log in op lessonup 
Code staat op het bord

Slide 1 - Slide

Met welk plan wilde Duitsland Europa snel veroveren?
A
Het Zimmermannplan
B
Het Von Schlieffenplan
C
Het Von Bulowplan
D
Het Von Hindenburgplan

Slide 2 - Quiz

De moord Frans Ferdinand van Oostenrijk was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog. Wie was zijn moordenaar?
A
Gavrilo Princip
B
Benito Mussolini
C
Adolf Hitler
D
Anton Mussert

Slide 3 - Quiz

Je ziet soldaten uit WOI op deze foto.
Welk kenmerk van WOI zie je?
A
Het Von Schlieffenplan
B
Totale oorlog
C
Militarisme
D
Loopgraven

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de politieke partij van Hitler?
A
DAP
B
NSB
C
NSDAP
D
SS

Slide 5 - Quiz


Zijn deze uitspraken juist of onjuist?

1. De Eerste Wereldoorlog werd gewonnen door de Geallieerden.

2. Bij de Eerste Wereldoorlog werd bij de loopgraven veel land veroverd

A
1 is juist 2 is onjuist
B
1 is onjuist 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Geallieerden en de Centralen tegen elkaar. Bij de Geallieerden hoorden …
A
Engeland, Frankrijk en Rusland
B
Rusland, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
C
Engeland, Frankrijk en Nederland
D
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Turkse Rijk

Slide 7 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
nationalisme
B
bondgenootschappen
C
religie
D
wapenwedloop

Slide 8 - Quiz

Wat zie je op de afbeelding?
A
Oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
B
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
C
Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
D
Oorzaak Tweede Wereldoorlog

Slide 9 - Quiz

Noem drie bepalingen / regels uit het Verdrag van Versailles

Slide 10 - Open question

Waarom kwam de economische crisis eind jaren '20 extra hard aan in Duitsland?
A
Hitler wilde de schuld van de Eerste Wereldoorlog niet terug betalen.
B
Het ging net erg goed met Duitsland in die tijd: er was veel welvaart en weinig werkloosheid
C
Duitsland had de Eerste Wereldoorlog verloren en moest de oorlogsschade terugbetalen
D
Die kwam niet hard aan want deze crisis vond plaats in Amerika.

Slide 11 - Quiz

Bij een loopgravenoorlog kunnen de soldaten gemakkelijk …
A
gebied veroveren
B
dekking zoeken in de gegraven gangen
C
gewonden afvoeren
D
worden verzorgd

Slide 12 - Quiz

Welk begrip hoort niet bij de Eerste Wereldoorlog?
A
Nederlandse neutraliteit
B
loopgravenoorlog
C
Geallieerden en Centralen
D
Jodenvervolging

Slide 13 - Quiz

Wat hoorde NIET bij Hitlers politiek?
A
Iemand die het met Hitler oneens was, werd gevangengenomen.
B
Het volk kon invloed uitoefenen op de regering.
C
Het Arische ras was beter dan alle andere rassen.
D
De Joden kregen de schuld van alles wat fout ging in Duitsland.

Slide 14 - Quiz

Engeland en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog nadat Duitsland …
A
Polen was binnengevallen
B
Oostenrijk was binnengevallen
C
Tsjechoslowakije was binnengevallen
D
Frankrijk was binnengevallen

Slide 15 - Quiz

Het Duitse leger boekte na de inval in de Sovjet-Unie eerst overwinningen op het Russische leger. Dit kwam doordat …
A
het Duitse leger moderne wapens bezat
B
het Duitse leger betere militaire had dan Rusland
C
het Russische leger niet was voorbereid op een Duitse aanval
D
het Russische leger in de minderheid was

Slide 16 - Quiz

Het Duitse leger moest zich in 1945 wel overgeven, omdat …
A
het leger nauwelijks meer soldaten had om te vechten
B
Duitsland van twee kanten werd aangevallen, waardoor het Duitse leger zich moest opsplitsen en daardoor te zwak werd
C
Hitler zelfmoord gepleegde
D
de Verenigde Staten dreigden met het gooien van een atoomboom op Berlijn

Slide 17 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek. 
Je begint bij de gebeurtenis die het langst geleden is.
1
2
3
4
5
De Eerste Wereldoorlog eindigt met het Verdrag van Versailles 
De Economische crisis begint. 
De Eerste Wereldoorlog begint 
Hitler komt aan de macht en begint de Tweede Wereldoorlog.
De Tweede Wereldoorlog eindigt met de twee atoombommen in Japan. 

Slide 18 - Drag question

Waardoor raakten de Verenigde Staten bij de Tweede Wereldoorlog betrokken?
A
de Japanse veroveringen van grote delen van Zuidoost-Azië
B
het verzoek van de Geallieerden om hen te helpen in de strijd
C
het afkondigen van de onbeperkte duikbotenoorlog door Duitsland
D
de Japanse aanval op de Amerikaanse marinebasis op Hawaï

Slide 19 - Quiz

Zijn de onderstaande stellingen juist of onjuist?

1. Na de Tweede Wereldoorlog liep er tussen Oost en West Europa een muur van prikkeldraad. dit noemden ze de Berlijnse muur

2. Alleen de Joden zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s vervolgd.

A
1. is juist 2. is onjuist
B
1. is onjuist 2. is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat betekent collaboratie?
A
Dat je samenwerkt met de vijand
B
Dat je je verzet tegen de vijand
C
Dat je je aanpast aan de regels van de vijand
D
Dat je onderduikt

Slide 21 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van verzet?
A
Illegale krantjes verspreiden
B
Onderduikers in huis nemen.
C
De Duitsers saboteren en aanslagen plegen
D
Je verstoppen voor de Duitsers.

Slide 22 - Quiz

Welke twee landen zijn na WOII de supermachten?
A
VS en Engeland
B
VS en Japan
C
VS en de Sovjet-Unie
D
Sovjet-Unie en Duitsland

Slide 23 - Quiz

Waarom wordt de Koude Oorlog de Koude Oorlog genoemd?
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Een oorlog waarin weinig directe actie wordt ondernomen.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 24 - Quiz

de EGKS staat voor...?
A
Europese Groep voor Klimaat en Straling
B
Europa groep Kolen en staatsaangelegenheden
C
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
D
Europese Gemeenschap voor Klimaat en Straling

Slide 25 - Quiz

De EGKS is opgericht omdat...
A
Europese landen zo meer geld konden verdienen.
B
De Europese landen de oorlog konden winnen.
C
Europese landen nu sneller oorlog konden voeren tegen Rusland.
D
De kans op een Europese oorlog veel kleiner werd.

Slide 26 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog in Nederland duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 27 - Quiz

Wat is een Ariërverklaring?
A
Een moeilijk vervalsbaar paspoort die speciaal gemaakt werd voor ambtenaren
B
een verklaring waarin iemand moest aangeven dat hij een Ariër en dus geen jood was
C
een verklaring waarin stond dat iemand als ambtenaar werkte
D
een verklaring waarin iemand aangaf dat Ariërs minderwaardige personen zijn

Slide 28 - Quiz

Wat is een Ariërverklaring?
A
Een moeilijk vervalsbaar paspoort die speciaal gemaakt werd voor ambtenaren
B
een verklaring waarin iemand moest aangeven dat hij een Ariër en dus geen jood was
C
een verklaring waarin stond dat iemand als ambtenaar werkte
D
een verklaring waarin iemand aangaf dat Ariërs minderwaardige personen zijn

Slide 29 - Quiz