3.8 - 3.9 - 3.10 - 3.11

Hoofdstuk 3 - Bescherm jezelf
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 - Bescherm jezelf

Slide 1 - Slide

Doel van de les

* Ik ken de afkorting PBM's.
* Ik weet welke verschillende PBM's er zijn.
* Ik weet waarom je PBM's gebruikt.
* Ik weet wanneer je PBM's gebruikt.

Slide 2 - Slide

3.8 Bescherm je longen
Je ademt via je longen. Zonder longen kun je niet leven.
Het is dus belangrijk om je longen te beschermen.

Daarom moet je stagebegeleider zorgen voor zo gezond mogelijke lucht.
Bijvoorbeeld met filters en afzuiginstallaties. Als dat niet genoeg is dan heb je persoonlijke adembescherming nodig. 

Slide 3 - Slide

Filtermasker met stoffilter
Een filtermasker beschermt tegen stof.

Stofdeeltjes van het schuren komen niet gemakkelijk door het masker.

Zo'n masker wordt ook wel stofmasker genoemd. 

Slide 4 - Slide

Filtermasker met gas/ dampfilter
Een filtermasker kan ook beschermen tegen gevaarlijke gassen en dampen.

Een speciaal filter houdt bijvoorbeeld kleine verfdeeltjes en de verfdamp tegen. 

Slide 5 - Slide

Onafhankelijke adembescherming
Onafhankelijke adembescherming haalt schone lucht uit flessen of een ademluchtleiding.

De schone lucht wordt uit de flessen of ademluchtleiding in het masker geblazen. 

Slide 6 - Slide

3.9 Bescherm je hoofd
In je hoofd zitten je hersenen. Die wil je heel houden. Net als op de brommer of racefiets, moet je soms een helm op.
De meeste veiligheidshelmen zijn gemaakt van kunststof.

Als de veiligheidshelm is gevallen of als er iets op de helm is gevallen, dan moet je een nieuwe vragen. De veiligheidshelm is dan kapot. Je moet je veiligheidshelm dan altijd vervangen. 
Ook als je niet zeker weet of je helm beschadigd is. Je kunt sommige  beschadigingen niet altijd zien. 

Slide 7 - Slide

Veiligheidshelm

Je stelt je veiligheidshelm in op de maat van je hoofd.

Slide 8 - Slide

3.10 Bescherm je handen en armen
Je handen en armen komen vaak dicht bij gevaarlijke situaties.
Zo kun je je prikken aan een rozenstruik.

Andere gevaren zijn hitte, kou, straling en gevaarlijke stoffen.
Voor al deze gevaren zijn er speciale handschoenen.
De handschoenen zijn gemaakt van verschillende materialen.

Sommige handschoenen hebben zelfs lange mouwen om ook je armen te beschermen. 

Slide 9 - Slide

Scherpe voorwerpen

Bij het snijden van een stuk vlees gebruik je een mes.

Snijbestendige handschoenen beschermen je tegen scherpe voorwerpen. 

Slide 10 - Slide

Hitte

Bij het slijpen van voorwerpen kan het voorwerp heet worden.

Isolerende handschoenen beschermen je tegen de hitte. 

Slide 11 - Slide

Kou
Je pakt producten van -18 graden niet zomaar met blote handen aan.

Isolerende handschoenen beschermen je tegen de kou. 

Slide 12 - Slide

Gevaarlijke stoffen
Je mag gevaarlijke vloeistoffen niet morsen op blote handen.

Rubberhandschoenen of kunststofhandschoenen beschermen je tegen gevaarlijke stoffen. 

Slide 13 - Slide

3.11 Handschoenen: wanneer niet?
Soms mag je juist geen handschoenen dragen of bepaalde soorten handschoenen niet.
Die vergroten dan juist het gevaar. 

Slide 14 - Slide

Draaiende delen

Draag nooit handschoenen bij een draaiende machine of bij bewegende delen.

Een handschoen blijft makkelijker aan de boor of zaag hangen dan een hand. 
Gevaarlijke vloeistoffen

Draag nooit stoffen of lerenhandschoenen bij gevaarlijke vloeistoffen.

Als je op je handschoenen morst, gaat de vloeistof door de handschoen heen. 
Dan komt de gevaarlijke vloeistof op je handen. 

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
 * Maak opdracht 13 tot en met 20. 

* Start op bladzijde 39.

* Maak op de ELO de oefeningen van 3.11 (2 vragen).

Slide 16 - Slide