Herhaling Bloedneus en ICT en Zorgtechnologie

Bloedneus en Zorgtechnologie
- Zelfstandig werken
- Bloedneus, zorgtechnologie en maken PPT
- Werk in volgorde van de slides. 
- Je hebt 130 minuten de tijd om alle opdrachten te maken.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Bloedneus en Zorgtechnologie
- Zelfstandig werken
- Bloedneus, zorgtechnologie en maken PPT
- Werk in volgorde van de slides. 
- Je hebt 130 minuten de tijd om alle opdrachten te maken.

Slide 1 - Slide

Bloedneus herhaling
Pak je aantekeningen van bloedneus erbij en lees ze goed door.

Slide 2 - Slide

Als iemand een bloedneus heeft doordat hij zijn neus heeft gestoten moet hij eerst zijn neus goed snuiten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Hoe lang moet je je neus minimaal dichtknijpen bij een bloedneus?
A
3 minuten
B
4 minuten
C
5 minuten
D
10 minuten

Slide 4 - Quiz

Bij een bloedneus kan er maar bloed komen uit één neusgat
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat van onderstaande antwoorden doe je NIET bij een bloedneus?
A
Bel altijd 112
B
10 minuten dichtknijpen
C
Handschoenen aantrekken
D
Hoofd achterover

Slide 6 - Quiz

Bij een bloedneus houd je het hoofd voorover.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is er fout?
Als iemand een bloedneus heeft dan...
A
laat je hem zitten in schrijfhouding
B
knijp je zijn neus 10 minuten dicht onder het tussenschot
C
als het bloeden stopt laat je hem zachtjes snuiten
D
moet je hem eerst gerust stellen

Slide 8 - Quiz

Op welke plaats knijp je je neus dicht bij een bloedneus?
A
Op het smalste punt van je neus
B
Het maakt niet uit waar je je neus dichtknijpt.
C
Vlak onder je neusbeen
D
Je mag de neus niet dichtknijpen.

Slide 9 - Quiz

Wat moet je doen als de bloedneus niet wil stoppen met bloeden?
A
Naar de huisarts bellen
B
Naar het ziekenhuis bellen
C
Blijven volhouden met dichtknijpen
D
niks

Slide 10 - Quiz

Wat doen bloedverdunners?
A
Die zijn gemaakt om de kans op bloedneuzen te verkleinen.
B
Die zorgen dat een bloedneus stopt.
C
Die zorgen dat het bloed dun wordt.
D
Die zorgen dat het bloed minder snel stolt.

Slide 11 - Quiz

Janneke heeft bij gymnastiek een bal op haar neus gekregen, ze heeft een bloedneus. Mag ze de neus snuiten?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Zorg Robots

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

E-Health
E-Health: verzamelnaam voor alle digitale en elektronische middelen die ons helpen de gezondheidszorg te verbeteren.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

EPD = Elektronisch Patiënten Dossier
Hierin staan alle gegevens van een cliënt, patiënt of zorgvrager

Iedereen die zorg bied heeft toegang tot dit dossier;
ook de cliënt!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

PowerPoint maken
Onderwerpen:
- Beroerte                               - Osteoporose 
- Ziekte van Parkinson     - Syndroom van Korsakov
- Diabetes Mellitus.           - Reuma
- Alzheimer
- Obesitas

Slide 29 - Slide

Waar bestaat je PowerPoint uit?
1. Gebruik werkkaart 2 die na de opdrachten staat.
2. Schrijf zelf de tekst en kopieer niet!
- Leg uit wat de ziekte is en of het een acute of chronische ziekte is.
- Symptomen
- Verloop van de ziekte (prognose)
- Behandeling
- Ervaringen van een zorgvrager (filmpje)
- Waar kun je terecht voor informatie over de ziekte?

Slide 30 - Slide