1.6 Spieren en beweging

Wat gebeurt er met de ion-concentraties,  ('salty banana') als er veel impulsen worden doorgegeven door een neuron? 
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gebeurt er met de ion-concentraties,  ('salty banana') als er veel impulsen worden doorgegeven door een neuron? 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

47 - honing
& straatvuil
botuline en tetanus
  • * welke ziekte bij welke afb.?
  • * waarom voorkomt botox rimpels?

  • * Curure (blokkeert receptor AcH)
    waarom behandeling bij tetanus?

  • *waarom beademing tetanus-patient
    die is behandeld met curare? 

Slide 2 - Slide

2 is verlamming, botox. 1 is overstimulatie 'tetanus' - behandeld met curare omdat dit spier ontspant - 
- beademing omdat spieren niet met goed te controleren zijn. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Binas ...
'Snel, sterk, korte duur,
raakt vermoeid'
traag, langdurig

Slide 5 - Slide

80E
Nu -  Maak opdrachten 48 en 49

+ inleveren poster drugs (zenuwstelsel)
Via SOM inleverlink 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

L = R

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Binas 90C
Spier -> spierbundel -> spiervezel -> myo(spier)fibril

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Geleidt impulsen van het CZ af:
Verbindt zintuigen met CZ:
Heeft een lange uitloper naar een spier/klier:
Ligt helemaal in het CZ;
Heeft vele korte uitlopers:
Cellichaam ligt vlak bij het CZ:
Bewegingszenuwcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel
Schakelcel

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

welk type spierweefsel is dit?
A
Hart-
B
Dwarsgestreept
C
Glad
D
gemengd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Electron microscoop
lichtmicroscoop

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

dun eiwit = actine
dik eiwit =myosine
M-lijn 
Z-lijn
I-band
H-band

Slide 14 - Slide

Als je traint kan 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke rol speelt calcium bij de samentrekking van spieren?
A
Geen idee
B
Door Ca2+ verandert er iets in het actine-stuk, waardoor de myosinekop kan buigen
C
Het Ca2+ zorgt voor de omzetting van ATP in ADP + P --> energie
D
Door Ca2+ kan de antagonist van het sarcomeer de samentrekking overnemen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het moment dat de sarcomeer korter wordt?
A
Als ATP bindt
B
Als ATP omgezet wordt in ADP + Pi
C
Als ADP + Pi loslaten
D
ALS ADP bindt

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens samentrekking van een spiervezel bewegen actine- en myosinefilamenten langs elkaar. Daardoor verandert de positie van de H-band, A-band en I-band (zie afbeelding) in een sarcomeer. Welke veranderingen treden tijdens samentrekking van de spiervezel op in de lengte van deze drie banden?
A
H, A en I worden alle drie smaller
B
H en A worden smaller, I blijft gelijk
C
H wordt smaller, A blijft gelijk en I wordt smaller
D
H blijft gelijk, A en I worden smaller

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Spieren trainen?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vraag 51-b
Door het vrijkomen van acetylcholine in de synaptische spleet ontstaat een depolarisatie in het postsynaptisch membraan.
Acetylcholine is 1 ms na het vrijkomen alweer verdwenen uit de synaptische spleet. Onder invloed van het enzym cholinesterase wordt acetylcholine afgebroken tot azijnzuur en choline. Het acetaat wordt opgenomen door het bloed. De choline wordt opgenomen door de axonuiteinden en daar weer omgezet in acetylcholine. Acethylcholine wordt vervolgens opgenomen in de synaptische blaasjes.

  • Sarin is een gevaarlijk zenuwgas dat onomkeerbaar bindt aan cholinesterase. Leg uit dat hierdoor bij een slachtoffer onder andere spierkrampen ontstaan die tot de verstikkingsdood kunnen leiden.

Slide 24 - Slide

https://www.businessinsider.nl/sarin-gas-weapon-effects-human-body-2017-4?international=true&r=US
*spiertonus
= spanning (contractie) 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vraag 54
  • * peesspoeltjes reageren juist inhiberend op de spier bij te grote kracht op de pees, waarom?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

58

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

5

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

53.a. Als de spier ontspannen is, geleidt neuron P impulsen met een bepaalde frequentie. Leg uit waarom in deze situatie het ontbreken van impulsen niet functioneel zou zijn.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

53.b. De spier trekt samen onder invloed van impulsen die door neuron Q worden aangevoerd. Is de impulsfrequentie in neuron Q evenredig aan die in neuron P, of omgekeerd evenredig? Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

53.c. In afbeelding 65.2 wordt de spier uitgerekt. Bij veel skeletspieren heeft zo'n situatie tot gevolg dat de spier reflexmatig samentrekt. Let uit dat deze samentrekking een gevolg is van negatieve terugkoppeling.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Link

This item has no instructions

H1  Betrouwbaar / valide onderzoek doen.  
Opdrachten 56 en 57
Een onderzoek is valide wanneer geen systematische fouten worden gemaakt;
dat wil dus zeggen dat gemeten wordt wat men wil weten.

Met een hoge betrouwbaarheid wordt bedoeld dat de invloed van toeval
op de uitkomst beperkt is. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Link

This item has no instructions

Hormoon-
stelsel
Zenuw-
stelsel
snel
langzaam
impulsen
via bloed
kortwerkend
langdurig
neurotransmitter
via zenuwen
hormonen

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

Sleep ieder onderdeel naar de juiste plek.
Axon
Dendriet
Cellichaam
Synaps
Myelineschede

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Insuline
Glucagon
Glucose gehalte stijgt
Glucose gehalte daalt
Alvleesklier
Lever
Glycogeen
Glucose
Cellen
Stimuleert afbraak glycogeen
Stimuleert opname glucose
Stimuleert aanmaak glycogeen

Slide 42 - Drag question

This item has no instructions

Hypofyse
Hormoon
Hormoon
Bloed
Orgaan dat gevoelig is voor hormoon

Slide 43 - Drag question

This item has no instructions

Positieve terugkoppeling
Negatieve terugkoppeling

Slide 44 - Drag question

This item has no instructions

Hoe wordt een impuls doorgegeven tussen twee zenuwcellen?
A
Via hormonen die binden aan receptoren
B
Via een elektrisch signaal
C
Via neurotransmitters die binden aan receptoren
D
Via eiwitten op de celmembraan

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we 1 & 5 (-70mV)?
A
Beginwaarde
B
Elektrische rust
C
Rustpotentiaal
D
Actiefase

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er in de actiefase (2) als een
impuls wordt doorgegeven?

Hint spiek in Binas 88F!
A
Na+ / K+ pomp gaat werken
B
Na+ kanaal gaat open
C
K+ kanaal gaat open
D
Beide kanalen gaan open

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Hiernaast zie je activiteit van gehoorzenuw

Wat gebeurt er als je in plaats van een
zacht geluid een hard geluid hoort?
A
Frequentie wordt sneller
B
Frequentie wordt trager
C
De golf (amplitude) wordt hoger
D
De golf (amplitude) wordt breder

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Slide 49 - Link

This item has no instructions

Slide 50 - Link

This item has no instructions