BS 2.6 en 2.7

Geboorte en verdere ontwikkeling
Basisstof 6 (ktg), Basisstof 6 + 7 (basis)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geboorte en verdere ontwikkeling
Basisstof 6 (ktg), Basisstof 6 + 7 (basis)

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
Uitleg basisstof 6 (en 7 voor basis)
Tijd over: maken huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Basisstof 6 (deel 1) KTG & basisstof 6 Basis:
  • Je kent de die manieren waarop een baby in de buik kan liggen
  • Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen
  • Je kunt uitleggen wat er bij de nageboorte gebeurt

Basisstof 6 (deel 2) KTG & basisstof 7 Basis:
  • Je weet welke leeftijd er bij welke levensfase van een mens hoort
  • Je kunt per levensfase een voorbeeld van ontwikkeling noemen bij mensen


Slide 3 - Slide

Stuitligging
Dwarsligging
Normale ligging

Slide 4 - Drag question

Wat gebeurt er vóór de geboorte?
Indaling:

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat zijn de fases van de geboorte in de goede volgorde?
fase 1:
fase 2:
fase 3:
Uitdrijving
Nageboorte
Ontsluiting

Slide 7 - Drag question

Fase 1: ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën. 
  • Tijdens weeën wordt de baarmoedermond wijder (ontsluiting).
  • Volledige ontsluiting: baarmoedermond staat 10 cm open.
  • Het kan uren duren voordat een vrouw volledige ontsluiting heeft.

Slide 8 - Slide

Fase 2: uitdrijving
  • Tijdens de uitdrijving heeft een vrouw persweeën (hele krachtige weeën). Ook spannen de buikspieren aan.
  • De baby wordt uit de baarmoeder geperst.
  • De uitdrijving kan enkele seconden tot een paar uur duren

Slide 9 - Slide

Wat komt eruit bij de nageboorte?
A
Placenta
B
Placenta en vruchtvliezen
C
Placenta en resten navelstreng
D
Placenta, resten navelstreng en vruchtvliezen

Slide 10 - Quiz

Fase 3: nageboorte
  • Als de baby uit de baarmoeder is wordt de navelstreng doorgeknipt. 
  • De baby wordt onderzocht.
  • De vrouw krijgt naweeën (door hormonen).
  • De baarmoeder trekt samen en perst de placenta, vruchtvliezen en rest van navelstreng naar buiten.


Slide 11 - Slide

Waarom denk je dat het belangrijk is dat de nageboorte compleet is?

Slide 12 - Mind map

Zet de levensfasen in de goede volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
Baby
Adolescent
Kleuter
Bejaarde
Volwassene
Schoolkind
Peuter
Puber

Slide 13 - Drag question

baby – peuter – kleuter – schoolkind – puber – adolescent – volwassene - bejaarde

Slide 14 - Slide

Huiswerk

Maak de opdrachten van basisstof 6:
TG: 34, 35, 37, 38
K: 36, 37, 38, 40, 41
B: 43 t/m 48

Maak de opdrachten van basisstof 7 (basis):
B: 52 + 53 + 54

Slide 15 - Slide

Basisstof 7 (KTG) en basisstof 9

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat een soa is en hoe je hem kunt oplopen
  • Je kunt uitleggen hoe je soa’s die veroorzaakt worden door bacteriën kunt bestrijden
  • Je kent het verschil tussen seropositief en aids

Slide 17 - Slide

Welke soa's ken je al?

Slide 18 - Mind map

SOA's
SOA/geslachtsziekte: bacterie of virus die verspreid wordt door seksueel contact.

Verspreiding via: bloed, sperma, voorvocht, vaginaal vocht en slijmvliezen.



Slide 19 - Slide

Moet je SOA's behandelen?
A
Nee, die gaan vanzelf weg
B
Nee, die zijn niet zo ernstig
C
Ja, anders kan je onvruchtbaar worden
D
Ja, anders krijg je AIDS

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Hoe zien soa's eruit?

Slide 22 - Slide

Wat is het verschil tussen HIV en aids?

Slide 23 - Open question

HIV en aids
  • Aids (immuunziekte) wordt veroorzaakt door het HIV-virus
  • (Net zoals het coronavirus de ziekte COVID veroorzaakt)
  • Iemand die besmet is maakt antistoffen aan, noemen we seropositief

Seropositieve mensen zijn nog niet ziek. Vaak duurt het 9 jaar voordat de eerste ziekteverschijnselen ontstaan!

Slide 24 - Slide

Waar kun je HIV van krijgen?
A
Via bloed
B
Via sperma, voorvocht of vaginaal vocht
C
Via de moeder
D
Allemaal

Slide 25 - Quiz

Te genezen?
  • HIV is niet te genezen, wel te remmen
  • HIV-remmers vertragen de ziekte


  • Als het virus actief is, spreek je van aids
  • Aids tast het afweersysteem aan: je wordt snel ziek en je lichaam kan de ziekte moeilijk of niet bestrijden.

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Thema 2, voortplanting en ontwikkeling:
 

TG: basisstof 7, opdracht 39 + 40
Kader: basisstof 7, opdracht 42 + 43 + 44
Basis: basisstof 9, opdracht 66 + 67 + 69

Slide 27 - Slide