Nominativ, Dativ en Akkusativ

Nominativ, Dativ en Akkusativ
Wat kun je aan het einde van de les 
- Het toepassen van de eerste, derde en vierde naamval
- Het toepassen van de voorzetsels met de derde en vierde naamval 
-Het toepassen van de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste, derde en vierde naamval
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Nominativ, Dativ en Akkusativ
Wat kun je aan het einde van de les 
- Het toepassen van de eerste, derde en vierde naamval
- Het toepassen van de voorzetsels met de derde en vierde naamval 
-Het toepassen van de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste, derde en vierde naamval

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Stappenplan
Staat er een voorzetsel in, ja-> 3e of 4e naamval?

Nee->
Heb ik te maken met onderwerp, meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp ?
Is het zelfstandignaamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?

Slide 4 - Slide

Zinnen ontleden
Mijn zus geeft mijn moeder een cadeau. 
- Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein... Geschenk (o).

 Ik ga op vakantie met mijn vrienden. 
- Ich fahre mit mein.... Freunde....(mv) in Urlaub. 

Slide 5 - Slide

Ich gebe d...... Mann (m) ein Geschenk
A
der
B
den
C
dem
D
die

Slide 6 - Quiz

Durch d........ Straße fahren wir nach Hause
A
der
B
die
C
dem
D
das

Slide 7 - Quiz

Wir fahren mit d........ Leute.... nach Berlin.
A
den +n
B
dem+n
C
die
D
den

Slide 8 - Quiz

Ich gebe mein..... Schwester (o) ein Buch
A
meine
B
meinem
C
meiner
D
meinen

Slide 9 - Quiz

Wir sehen d....... Frau (v) nicht
A
der
B
die
C
dem
D
den

Slide 10 - Quiz

Instructie
- Mocht je de naamvallen en opdrachten nog lastig vinden
Maak opdracht 20, 21, 22 en 23

- Mocht de naamvallen je gemakkelijk afgaan
Maak opdracht 24, 26, 27 en 28

Slide 11 - Slide

Was habe ich gelernt?

Slide 12 - Mind map