sonnet analyseren

Het interpreteren van een gedicht volgens Lidewij Paris
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Het interpreteren van een gedicht volgens Lidewij Paris

Slide 1 - Slide

Sonnet
14 regels 
een wending
Petrarca  
klassiek sonnet: twee kwatrijnen en twee terzinen
Shakespeare (Engels) sonnet: drie kwatrijnen en één strofe van twee regels
het moderne sonnet: opbouw kan klassiek of Engels zijn
rijmschema: variërend of afwezig


Slide 2 - Slide

No second Troy

Ik heb een vrouw bemind, die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.

Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
 en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene 
sonnetje van ons tweeën rest.
Zo'n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.

Wat zijn dat toch voor waanideeën,
dat je, verdomd, in een gedicht
'de dingen van je af kunt schrijven'?

Jean Pierre Rawie
Uit: Oude gedichten. 1980

Slide 3 - Slide

Rijm en Ritme
  1. rijmschema ( elke strofe apart even bekijken)
  2. assonantie
  3. alliteratie
  4. metrum: regelmatige afwisseling beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen (scanderen)
  5. noteer ook eventuele antimetrieën
  6. ritme? 

Slide 4 - Slide

Beeldspraak
  • vergelijking"met of zonder 'als' of homerische vergelijking
  • metafoor( vergelijking waaruit het object is weggelaten)
  • personificatie
  • allegorie
  • synesthesie (combinatie van verschillende zintuiglijke waarnemingen)

Slide 5 - Slide

stijlfiguren
zinsbouw: inversie; parallellisme; enumeratie; litotes; chiasme

woordkeus: repetitio; tautologie; pleonasme; retorische vraag; hyperbool; eufemisme; understatement; antithese; paradox; woordspeling; ironie, sarcasme en cynisme

Slide 6 - Slide

Wat weet je van de dichter(es)?
Heeft deze dichter(es) bepaalde thema's?

Slide 7 - Slide

interpreteren
Kijk naar welke woorden/zinnen de dichter je trekt m.b.v. rijm, assonantie, alliteratie, anti-metrie of wat dan ook. Welke functie hebben deze taalspelletjes?
Waar ligt de wending in dit sonnet en wat houdt dit in?
Wat is nu de diepere laag van dit sonnet?

Maak hier goed werk van!

Slide 8 - Slide

De Dapperstraat

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat.

Dit heb ik bij mijzelve overdacht,
Verregend, op een miezerige morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.

J.C.Bloem

Slide 9 - Slide

De moeder de vrouw


Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien

dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd -
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.







een vrouw. Het schip dat zij bevoer

kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Martinus Nijhoff






Slide 10 - Slide

‘K ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.
Ik doe in huis het een’ge, dat ik kan:
‘K gooi mijn vuilwater weg en vul de kan;
Maar ‘k heb geen droogdoek; en ik mors altijd.

Zíj zegt, dat dat geen werk is voor een man.
En ‘k voel me hulploos en vol zelfverwijt,
Als zij mijn lang verwende onpraktischheid
Verwent met wat ze toverde in de pan.
En steeds vereerde ik Hem, die zich ontvouwt
Tot feeërie van wereld, kunst en weten:

Als zij me geeft mijn bordje havermout,
En ‘k zie, haar vingertoppen zijn gespleten,

Dan voel ik éénzelfde adoratie branden
Voor Zon, Bach, Kant, en haar vereelte handen.


J. A. dèr Mouw (Adwaita) (1863 – 1919)

Slide 11 - Slide

opdracht
Zoek een klassiek sonnet . Voordat je begint met analyseren, vraag je toestemming aan mij. Dit gedicht kun je ook gebruiken om voor te dragen voor de klas met een kleine uitleg.
Volgende week woensdag gaan we hier verder mee!

Domweg gelukkig in de Dapperstraat 
door J.C.Bloem

Slide 12 - Slide

recensie p.17/18
lees recensie 1
Onderstreep:
inhoud
  vormkenmerken
informatie over de schrijver?

Slide 13 - Slide

Lezen
p. 7 tot en met 10 in groepjes van vier. 
Verdeel de gedichten, ieder bestudeert haar/zijn eigen gedicht.
Bespreek na 5 minuten en geef verslag aan de klas.

Slide 14 - Slide

LEES RECENSIE 2 EN 3
Kijk weer naar:
 inhoud
vormkenmerken
informatie over de schrijver

Vergelijk de drie recensies op deze aspecten.

Slide 15 - Slide