Examentraining Kader 4
1 / 13
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Een van de grootste kosten van een auto is de waardevermindering ervan.
Hoe noemen wij deze kosten?
Hoe noemen wij deze kosten?
A
Inschrijving
B
Bijschrijving
C
Afschrijving
D
Overschrijving
Slide 2 - Quiz
De nieuwprijs van een Mercedes AMG is 120.350. Als je hem na vijf jaar inruilt, krijg je er nog 47.200 voor terug. Bereken de jaarlijkse afschrijving en schrijf je berekening op.
Slide 3 - Open question
Wat betekent inflatie?
A
De waarde van geld neemt toe
B
De prijzen van producten stijgen
C
Je krijgt meer loon door prijsdaling
D
Een maatregel om belasting te verlagen
Slide 4 - Quiz
Wat is krimpflatie?
A
Een daling van het BBP in een kwartaal
B
Beleid overheid om economie te laten krimpen
C
Product wordt kleiner, prijs blijft gelijk
D
Product goedkoper door technologie
Slide 5 - Quiz
De inhoud van een blik RedBull daalde van 330ml naar 300ml. De prijs bleef €1,69
Bereken de procentuele prijsstijging per ml.
(rond af op hele procenten)
Bereken de procentuele prijsstijging per ml.
(rond af op hele procenten)
Slide 6 - Open question
Nederlandse topvoetballers gaan vaak naar het buitenland. O.a. omdat ze daar meer kunnen verdienen. Geef hier een verklaring voor en gebruik de begrippen: vraag, aanbod en prijs
Slide 7 - Open question
Door vergrijzing is Hogeschool Windesheim op zoek naar nieuwe docenten. De arbeidsmarkt is echter krap. Wat betekent dit voor het aangeboden salaris in de functieomschrijving?
A
Het salaris stijgt
B
Het salaris blijft gelijk i.v.m. vergrijzing
C
Het salaris daalt
D
Het salaris blijft gelijk door krapte arbeidsmarkt
Slide 8 - Quiz
Nederland koopt veel avocado's in vanuit Kenia. Hoe noemen wij dit?
A
Gesloten economie
B
Open economie
C
Export
D
Import
Slide 9 - Quiz
In 2023 bedroeg de export van avocado's 228.000 kilo per kwartaal. In 2024 is dit met 40% gestegen. De verwachting is dat dit in 2025 nog eens met 60% zal gaan stijgen. Hoeveel is de exportverwachting van Kenia aan het einde van het jaar totaal? Schrijf je berekening op.
Slide 10 - Open question
Bas had vorige week een debetsaldo van €52,00. Deze week heeft Bas met zijn pinpas voor €87,62 boodschappen gehaald en is zijn salaris van €691,47 gestort. Na deze storting wordt zijn zorgverzekering afgeschreven van €106,30. Wat is Bas zijn saldo na de bij- en afschrijvingen?
Schrijf de berekening op.
Schrijf de berekening op.
Slide 11 - Open question
Wat kan Bas het beste doen met het geld wat hij aan het einde van de maand overhoud?
A
Sparen
B
Uitgeven aan leuke dingen
C
Investeren
D
Schulden aflossen
