Paragraaf 7.2: Hormonale regulatie

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

VWO:
1ste uur: 
  • Herhaling paragraaf 7.1: Homeostase
  • Uitleg paragraaf 7.2: Hormonale regulatie
  • Zelfstandig werken

2e uur:
  • Uitleg paragraaf 7.3: Het zenuwstelsel
  • Zelfstandig werken






Slide 2 - Slide

Herhalen
  • homeostase
  • regelkring
  • negatieve terugkoppeling 

Slide 3 - Slide

Wat is homeostase?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Geef aan: positieve of negatieve terugkoppeling.

De bloedsuikerspiegel wordt constant gehouden.
A
positieve terugkoppeling
B
negatieve terugkoppeling

Slide 6 - Quiz

negatieve feedback
positieve feedback

Slide 7 - Slide

Positieve of negatieve terugkoppeling?
A
positief
B
negatief

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Paragraaf 7.2: Hormonale regulatie
1.1 korte herhaling regeling en homeostase

Slide 13 - Slide

Lesdoelen:
  1. Ik kan beschrijven op welke manieren hormonen de cellen van weefsels en organen kunnen beïnvloeden.

  1. Ik kan de werking van hormoonklieren en hun hormonen beschrijven en afleiden hoe doelwitorganen op de hormonen reageren.

Slide 14 - Slide


Hormonale regulatie
Langzaam
Moleculen via bloedvaten
Ongericht


Zenuwstelsel
Snel
Impulsen via zenuwen
Zeer gericht
Communicatie tussen organen

Slide 15 - Slide

Hormonen
Hormoonklier: endocriene klieren die hormonen produceren. Hormonen regelen met name langdurige processen zoals groei/ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting maar kunnen ook snelle effecten veroorzaken zoals bijvoorbeeld het hormoon adrenaline. (Welke effecten?)

Hormoon: is een signaalstof
Doelwitorganen hebben speciale receptoren voor dat specifieke hormoon.

Slide 16 - Slide

Klieren
  • Exocriene klier: product wordt afgegeven door een afvoerbuis (exo=naar buiten) dit is excretie.
  • Endocriene klier: product wordt afgegeven aan het bloed in de klier. (endo=binnen) dit is secretie.
Hormoonstelsel = endocrien

Slide 17 - Slide

Hormonen
Hormoonklier: endocriene klieren die hormonen produceren

Hormoon: signaalstof

Doelwitorganen hebben receptoren voor dat hormoon.

Slide 18 - Slide

Typen hormonen
Peptidehormonen
  • Eiwit
  • goed oplosbaar in water, kunnen daardoor celmembraan niet passeren
  • Receptoreiwit op celmembraan nodig
  • Second messenger
  • Beïnvloedt genexpressie

Slide 19 - Slide

Typen hormonen
Steroïdenhormonen
  • Vet (lipide)
  • Kan direct door celmembraan
  • Receptoreiwit op kernmembraan
  • Beïnvloedt genexpressie

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Werking van hormonen BINAS 89B

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Hormonale communicatie duurt even. Waardoor komt dit?
A
omdat het signaal via de zenuwen traag is
B
omdat hormonen via bloed worden vervoerd.
C
er vindt eerst translatie plaats.
D
vanwege hydrofiele interacties.

Slide 26 - Quiz

De reactie op hormonen wordt beïnvloed door:
A
temperatuur en pH
B
concentratie v.h. hormoon en de temperatuur
C
de pH en het aantal receptoren.
D
concentratie v.h. hormoon en aantal receptoren.

Slide 27 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat de hormonen worden afgebroken in de lever?
A
anders blijven ze werkzaam.
B
anders blijft de concentratie stijgen.
C
vers hormoon werkt beter.
D
dat is beter voor de zenuwcellen.

Slide 28 - Quiz

De hypothalamus is een onderdeel van de hersenen.

Beinvloedt de hypofyse
De hypofyse is de hormoonklier

Er is een hypofyse voorkwab en een achterkwab

Slide 29 - Slide

Hypofyse

Slide 30 - Slide

Hypofyse

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Hypofyse
BINAS 89C

Slide 33 - Slide

BINAS 89A

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Schildklier 
De schildklier maakt hormonen aan:
  • T4 (thyroxine, ongeveer 93%)
  • T3 (tri-joodthyronine, ongeveer 7%)

  • Om het schildklierhormoon te kunnen aanmaken, heeft de schildklier jodium nodig.
  • Naast jodium is ook tyrosine nodig voor de aanmaak van schildklierhormoon. Tyrosine is een aminozuur. Uit tyrosine en jodium wordt T4 en T3 gemaakt. 

Slide 36 - Slide

Voorbeelden van regelkringen

Slide 37 - Slide

Schildklierhormoon thyroxine
gevolgen bij een niet goed werkende schildklier
te veel:
  • stofwisseling neemt toe 
  • gewichtsverlies
te weinig
  • stofwisseling neemt af
  • gewichtstoename
  • bij kinderen gevolgen voor ontwikkeling centrale zenuwstelsel en groei

Slide 38 - Slide

Eilandjes van Langerhans
alfa-cellen produceren glucagon en beta-cellen produceren insuline

* insuline stimuleert omzetting glucose naar  glycogeen, vetten en eiwitten (glycogenese)

* glucagon stimuleert afbraak glycogeen naar glucose (gluconeogenese)

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Verschil: Gezond - Diabetes Type 1 of 2
Diabetes type 1: je maakt veel te weinig insuline aan. Dat komt doordat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken vernielt --> insuline inspuiten, of een insulinepomp dragen

Diabetes type 2
: het lichaam heeft te weinig insuline. Het reageert niet meer goed op insuline: ongevoeligheid voor insuline --> leefstijl aanpassen of medicijnen die glucose gehalte verlagen


Slide 41 - Slide

Nieren
    onvoldoende zuurstof 

          productie epo

rode beenmerg: productie rode bloedcellen 

Slide 42 - Slide

Bijnieren
Bij stress productie adrenaline door merg 
* effect op cellen van meerdere organen: 
 - bevordert dissimilatie
 - bevordert omzetting glycogeen in glucose
 - snellere hartslag en ademhaling
 - bloedvaten verwijden

productie cortisol door schors 
* verantwoordelijk voor chronische stress 
- onderdrukt afweer
- verhoogt glucose in bloed

Slide 43 - Slide

Zet de hormoonklieren op de juiste plek
Eierstokken
Bijnieren
Eilandjes van Langerhans
Teelballen
Hypofyse
Schildklier

Slide 44 - Drag question

Zet de hormonen op de juiste plek.
FSH and LH
testosteron
groeihormoon
oxytocine
oestrogenen
thyroxine
antidiuretisch hormoon
TSH

Slide 45 - Drag question

Aan de slag!
 

VWO: 
Paragraaf 7.2: Opdrachten 14 t/m 22


Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 46 - Slide