Er zijn een aantal dingen nodig om je mening te vormen:
Feiten en vooroordelen onderscheiden
Verschillende kanten bekijken
Argumenten gebruiken
Slide 2 - Slide
Wat is een mening?
Als je iemand laat weten hoe je over iets denkt.
Slide 3 - Slide
Wat is een feit?
Een feit is wat echt gebeurd is.
Je kunt het bewijzen!
Slide 4 - Slide
Wat is een vooroordeel?
Als je iets zegt over iemand zonder dat je de feiten kent
Slide 5 - Slide
Wat is een argument?
Een argument is iets wat je vertelt om uit te leggen waarom je iets vindt.
Slide 6 - Slide
van verschillende kanten bekijken
Iedereen heeft een eigen kant van een verhaal.
luister naar beide
Slide 7 - Slide
Een goed argument (AUB-model)
Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld
Slide 8 - Slide
Hoe maak je een goed argument?
In een discussie is het belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Dat doe je door het nemen van drie stappen. Eerst zeg je wat het argument (A) is, dan leg je het argument uit (U) en tot slot geef een voorbeeld. Bijvoorbeeld... (B)
Je kunt dat onthouden met het ezelsbruggetje AUB:
Slide 9 - Slide
Lastig maar toch doen
gevoelige onderwerpen bespreekbaar maken kan lastig zijn;
roept veel emoties op, extreme ideeën, vooroordelen geven, enz. enz.
Bespreekbaar maken is wel belangrijk met als doel dat je leert naar andere meningen te luisteren zonder deze te veroordelen!
Slide 10 - Slide
Spelregels
Respect
Luisteren
Uitpraten
In een ander verplaatsen
Slide 11 - Slide
Praktische opdracht (25%)
Maatschappelijk probleem
Slide 12 - Slide
Opbouw werkstuk
Titelpagina
voorwoord
inhoudsopgave
inleiding
deelvragen
hoofdvraag en conclusie
Bronvermelding
Slide 13 - Slide
Titelpagina
De titel met eventuele ondertitel
Naam en klas
datum
naam docent
Slide 14 - Slide
Voorwoord
Persoonlijk
Waarom jouw keus voor dit onderwerp?
Slide 15 - Slide
Inhoudsopgave
Op welke pagina vind je welk hoofdstuk of paragraaf.
Maak gebruik in je werkstuk van "koppen"
Voeg aan het eind de inhoudsopgave in.
Zorg dat elk onderwerp en deelonderwerp een eigen kop krijgt.
Slide 16 - Slide
Inleiding
Zakelijke introductie van je onderwerp.
Constateringen over je onderwerp die je bent tegengekomen.
Vragen die dit bij jou heeft opgeroepen (vaak deelvragen).
Noem je hoofdvraag en deelvragen.
Slide 17 - Slide
Deelvragen
Maak een apart hoofdstuk voor elke deelvraag.
Op deze manier kun je elke deelvraag uitgebreid bespreken.
Elke deelvraag eindigt met een conclusie.
Slide 18 - Slide
Hoofdvraag en conclusie
De hoofdvraag is de belangrijkste vraag van je werkstuk.
Conclusie
Bij de conclusie vat je de antwoorden op de deelvragen samen.
Beschrijf het probleem nog eens in een paar woorden.
Trek uit de deelvraagconclusies een logische conclusie op de hoofdvraag.
Er mag geen nieuwe informatie instaan.
Slide 19 - Slide
Bronnenlijst
Gebruik alleen relevante en betrouwbare bronnen.
Deze bronnen zet je op het eind van je verslag onder elkaar op alfabetische volgorde
Zorg dat je tijdens het maken van je werkstuk de bronnen goed bewaard.