Fictie schrijven

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Wat is non-fictie?

Een verhaal dat niet verzonnen is, maar echt of waargebeurd is. Het gaat om feiten dus.

Wat is fictie?

Fictie is een verhaal dat verzonnen of gefantaseerd  is, dus niet echt gebeurd.

Fictie 

- Verzonnen verhaal

- Leesboeken

- Stripverhalen

- Tv series(soaps)

-Sprookjes

- Gedichten

Kan soms net echt lijken

Non-fictie

- Waargebeurd verhaal

- Tv gids

- Krantenberichten

- Recepten

- Handleiding

- Journaal

- Documentaire

Wat ga je vandaag doen?

Je gaat een bijschrift onder je gekozen foto schrijven.

Je gaat een verzonnen verhaal (fictie) schrijven met behulp van de 5 W-H vragen.

Wat is een bijschrift?

Een bijschrift is een korte zin of een woord onder een afbeelding of foto.

Het maakt duidelijk waarover het plaatje gaat. 

Wat zijn de 5 W-H schrijfvragen?

Wie: over wie gaat jouw verhaal?

Wat: wat is er gebeurd?

Waar: waar is het gebeurd?

Wanneer: wanneer is gebeurd?

Waarom: waarom is het gebeurd?

Hoe: hoe loopt het verhaal af?

Is fictie een verhaal dat echt gebeurd?

1. Nee
2. Ja

Kijk naar de afbeelding!
Is dit fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Wat is non-fictie?

1. schoolboek
2. stripverhaal
3. sprookje
4. gedicht

I

Is dit fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Wat is Fictie?

1. Een verhaal dat echt gebeurd is.
2. Een verhaal dat verzonnen is.

Wat is non-fictie?

1. Een verhaal dat verzonnen is.
2. Een verhaal dat echt gebeurd is.

Is het journaal fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Kijk naar de afbeelding!
Is het fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Een handleiding behoort tot fictie.

1. Waar
2. Niet waar

Kijk naar de afbeelding!
Is het fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Dus

Fictie = alles wat verzonnen of gefantaseerd is.

Non- fictie = alles wat echt gebeurd is (feiten). 

Non- Fictie is een verhaal dat echt gebeurd is

waar

Niet waar

Fictie is een verzonnen verhaal.

Niet waar

Waar

Werkblad

Lees de informatie goed door.

Maak de opdracht.

Schrijf de zinnen goed op. 

Denk aan de hoofdletters en leestekens!

Maar eerst nog een uitdaging:

Welke afbeelding kies je?