6.1 Hoe wordt er geproduceerd?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Herhaling

Productie en markt.

https://lessonup.app/code

Kennisvragen

Welke beloning hoort bij welke productie factor.

1=kapitaal 2=arbeid
3=natuur 4=ondernemerschap

1. 1=loon 2=rente 3=pacht 4=winst
2. 1=winst 2=loon 3=pacht 4=rente
3. 1=rente 2=loon 3=pacht 4=winst
4. 1=rente 2=winst 3=pacht 4=loon

veel producten worden met de hand gemaakt worden door machines nu overgenomen. Welke productie factor stijgt?

1. Kapitaal
2. Arbeid
3. Natuur
4. Ondernemerschap

wat zijn de 4 productie factoren

1. kapitaal, arbeid, natuur, ondernemen
2. product, plaats, personeel, prijs
3. ontwerper, uitwerker, fabriek, winkel
4. computer, machienes, handwerk, klei

Wat is géén productie factor?

1. Ondernemerschap
2. Kapitaal
3. Natuur
4. Vakantie

Waar staat het ezelsbruggetje KANO voor?

1. Kapitaal - Aanwinst- Natuur - Ondernemerschap
2. Kapitaal - Arbeid- Natuur - Onderzoek
3. Kapitaal - Arbeid- Natuur - Ondernemerschap
4. Klanten - Arbeid- Natuur - Onderzoek

Wat is het gevolg van mechanisatie en automatisering?

1. met evenveel mensen minder produceren
2. met evenveel mensen meer produceren
3. met minder werknemers evenveel produceren
4. met meer werknemers evenveel produceren

Is er op de afbeelding sprake van
mechanisatie of automatisering?

1. Mechanisatie
2. Automatisering
3. Arbeidsproductiviteit
4. Afschrijving

Wat betekend mechanisatie?

1. MINDER machines in een bedrijf
2. Mechanisatie neemt het werk van mensen over
3. productiefactor
4. automatisering

Bedrijfskolom is

1. de bedrijven die samen in dezelfde productiefase zitten
2. een schema van fasen die een product doorloopt tot de consument
3. het brengen van goederen van producent naar consument

Wat is toegevoegde waarde?

1. De waarde die een klant toevoegt aan een product
2. De waarde die een bedrijf toevoegt aan een product
3. Alleen bedrijven die een product verkopen
4. Alleen bedrijven die een product uit de natuur halen

Hoe bereken je de winst?

1. Afzet-Kosten
2. Kosten-Afzet
3. Kosten-Omzet
4. Omzet-Kosten

Produceren is

1. verkopen aan consumenten
2. het maken van goederen
3. het leveren van diensten
4. het maken van goederen en het leveren van diensten

Wat is een voorbeeld van investeren door een bedrijf?

1. Een fabrieksgebouw huren
2. Geld op een spaarrekening zetten
3. Aandelen kopen
4. Productiemachines kopen

Wat betekent afzet?

1. Geldwaarde van aantal verkochte producten
2. Opbrengst die onderneming heeft
3. Aantal producten dat verkocht wordt
4. Afzet is omzet in bepaalde periode

Wat is investeren?

1. Aanschaf van kapitaalgoederen
2. Inkomsten en uitgaven
3. De prijs van geld
4. Bezittingen en schulden

8) Bedrijven en overheid produceren in de .... sector

1. informele
2. formele
3. ict
4. transport

In de particuliere sector moeten bedrijven met elkaar concurreren, dit doen ze door de

1. prijs
2. prijs en kwaliteit
3. kwaliteit

Afzet en omzet:

Wat is de juiste berekeningsformule?

1. Afzet = omzet × verkoopprijs
2. Afzet = omzet + verkoopprijs
3. Omzet = afzet × verkoopprijs
4. Omzet = afzet ÷ verkoopprijs

Een supermarkt koopt het brood niet langer bij een broodfabriek,
maar koopt meel bij de meelfabriek en gaat het brood zelf bakken.
Wat gebeurd er met de bedrijfskolom?

1. Wordt korter
2. Wordt langer
3. Verandert niet
4. Wort breder

Opbrengsten= €110
kosten = €30,-
Winst?

1. €140,- winst
2. €80,- verlies
3. €80,- winst
4. €110,- winst

welke bedrijven concurrerenmet elkaar? (kies het meest juiste antwoord):

1. De Hema en de Renaultgarage
2. De Blokker en de boekhandel
3. De Aldi en de Sting
4. De Lidl en de Plus

De toegevoegde waarde van een bedrijf is .....

1. de inkoopprijs
2. de verkoopprijs
3. de verkoopprijs minus de inkoopprijs
4. de verkoopprijs plus de inkoopprijs

PARAGRAAF 6.1

Hoe word er geproduceerd?

6.1 Hoe wordt er geproduceerd ?

Leerdoelen:

* de productiefactoren plus de beloningen

* arbeidsintensief versus kapitaalintensief

* een afschrijving kunnen berekenen

* bedrijfskolom en toegevoegde waarde

Productiefactor

Je krijgt beloningen van de productiefactoren

Productiefactor	Beloning	Voorbeeld
Kapitaal	Rente, huur	Het verhuren van een gebouw
Arbeid	Loon	Je werkt
Natuur	Pacht	Je leent grond uit
Ondernemerschap	Winst	Een bedrijf maakt winst.

Kapitaalintensief vs Arbeidsintensief

Kapitaalintensief

Arbeidsintensief

Afschrijvingskosten

Bij afschrijven zijn 3 gegevens belangrijk:

• aanschafwaarde
• levensduur
• restwaarde  

Afschrijven

Afschrijven per jaar = waardevermindering per jaar van een machine (kapitaalgoed)

Aanschafwaarde = aankoopprijs

Restwaarde = waarde bij inruil

Gebruiksduur = aantal Jaren dat je gebruikt

Formule: (aankoopprijs – restwaarde) / aantal jaar

Afschrijving auto 

Mijn auto gaat 4 jaar mee. Ik heb deze gekocht voor €1400. 

Bereken de afschrijving per jaar. 

• 1400 / 4 = €350 afschrijving per jaar
• Bereken de waarde na 2 jaar.
• €1400 - €350 - €350 = €700

Bedrijfskolom

Bedrijfskolom

• Productiefasen
  
• Toegevoegde Waarde

Maken

Opdrachten paragraaf 6.1

Voorbeeld

• Jacco heeft nu een auto van € 10.000. Over 4 jaar wil hij een nieuwe auto kopen en die kost € 20.000. 
• Voor zijn oude auto ontvangt hij dan nog € 5000. 
• Bereken de afschrijving per jaar?
• € 20.000 - € 5.000 = € 3.750 per jaar
•                4
• Hoe doe je dat met een afschrijving per maand?
• € 20.000 - € 5.000 = € 312,50 per maand               
•           (4 x 12 = 48)