2.3 Landbouw in de Verenigde Staten

2.3 Landbouw in de VS
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.3 Landbouw in de VS

Slide 1 - Slide

Waar ligt Detroit?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij D

Slide 2 - Quiz

Als de Lorenzcurve heel krom is dan:
A
is er veel inkomensongelijkheid
B
is er weinig inkomensongelijkheid

Slide 3 - Quiz

Wat is globalisering?
A
De groei van de totale wereldhandel
B
De verplaatsing van de wereldhandel
C
Steeds meer landen in de wereld die onderling gaan handelen
D
Dat alles meer globaal wordt in de wereld

Slide 4 - Quiz

Wat was de oorzaak van het verval van Detroit
A
bedrijven hebben geen inkomsten meer
B
er waren alleen mensen zonder scholing
C
automatisering

Slide 5 - Quiz

Wie vertrokken er vooral uit het centrum van Detroit?
A
Dat waren vooral de arme mensen
B
Dat waren vooral de Afro-Amerikanen
C
Dat waren vooral de rijke mensen
D
Dat waren vooral de ouderen

Slide 6 - Quiz

Het aantal inwoners in de stad Detroit is afgenomen.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Wat gaan we vandaag leren?
De meeste Amerikanen wonen in steden. Toch is het Amerikaanse platteland erg belangrijk voor het voeden van de wereldbevolking.

Leerdoel: Waarom is het platteland van de Verenigde Staten belangrijk voor de voedselvoorziening in de Verenigde Staten en de wereld?

Slide 8 - Slide

Begrippen
✅ productie per hectare
✅ genetische modificatie
✅ monocultuur
✅ exportlandbouw
✅ overvoeding
✅ welvaartsziekten

Slide 9 - Slide

Landschappen in de VS
1. Twee grote gebergten
  • Appalachen -> oostkust
  • Rocky Mountains -> Westkust
2. Binnenland = vlak
    • Centrale Laagvlakte (< 500 m)
    • Great Plains (>500m)
    3. Oostkust
    • kustvlakte
    4. Westkust: 
    • vruchtbaar langs de kust    
    • woestijn verder het binnenland in
    Rocky Mountains met de bekende kloof Grand Canyon
    De Appalachen, een gebergte met veel bomen.
    De Great Plains: groot vlak gebied in het midden van de VS. 
    Hier lopen koeien los op uitgestrekt grasland = extensieve veeteelt.
    De kustvlakte in het zuiden heeft een warm klimaat. Hier wordt katoen verbouwd.
    In de Centrale Laagvlakte vind je grote boerderijen. Er wordt bv. maïs verbouwd op de enorme akkers. Er wordt veel met machines gewerkt om zoveel mogelijk opbrengst te halen uit elke hectare grond. 
    Dit heet: intensieve veeteelt.
    Het Great Basin is voornamelijk woestijn omdat het achter het gebergte Sierra Nevada ligt. Hier is het heetste en droogste punt van de VS: Death Valley. Het kan hier meer dan 50 graden Celsius worden!
    In Californië is het klimaat gunstig: warm in de zomer en zacht in de winter. Hier verbouwen de boeren fruit en zie je veel wijnboeren.
    Wel is irrigatie nodig omdat er niet genoeg neerslag valt.

    Slide 10 - Slide

    Slide 11 - Slide

    Centrale laagvlakte

    Slide 12 - Slide

    In de centrale laagvlakte



    is veel intensieve landbouw: 

    Landbouw waarbij veel kapitaal en kennis wordt gebruikt voor een hoge opbrengt!




    Slide 13 - Slide

    In de Great plains



    Veel extensieve veeteelt:

    Veeteelt met weinig vee op veel grond!

    Slide 14 - Slide

    Great Plains!

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Video

    Welk begrip zoeken we bij de volgende definitie: ''Genen van gewassen worden verbeterd, zodat ze bijvoorbeeld beter groeien en goed beschermd zijn tegen ziekten of klimaatverandering''
    A
    Productie per hectare
    B
    Mechanisatie
    C
    Genetische modificatie
    D
    Monocultuur

    Slide 18 - Quiz

    Wat is genetische modificatie?
    A
    Het eerder oogsten van een gewas
    B
    Het modern maken van een gewas
    C
    De genen van een gewas aanpassen
    D
    Gewassen bestrijden met insecticide

    Slide 19 - Quiz

    Mechanisatie is:
    A
    Het vervangen van machines door mensen
    B
    Het vervangen van eindproducten door machines
    C
    Het vervangen van machines door computers
    D
    Het vervangen van arbeid door mensen door machines

    Slide 20 - Quiz

    Slide 21 - Slide

    Wanneer spreken we van een monocultuur
    A
    als er maar een gewas wordt verbouwd.
    B
    als er van een gewas meer wordt verkocht.
    C
    als er meerdere gewassen worden verbouwd voor de export.
    D
    als er een gewas wordt geïmporteerd.

    Slide 22 - Quiz

    Aan de slag!
    • Lees de theorie van par 2.3
    • Maak de vragen  van par. 3      1, 2,



    timer
    10:00

    Slide 23 - Slide

    Slide 24 - Slide

    Slide 25 - Slide

    Slide 26 - Slide

    Slide 27 - Slide

    Begrippen
    Exportlandbouw               Landbouw die producten levert om aan het buitenland te verkopen.
    Genetische modificatie    Verbetering van de genen van planten, zodat ze meer opbrengen, sneller groeien of beter bestand zijn tegen 
                                             ziekten en klimaatverandering.
    Mechanisatie                    Vervanging van menselijke arbeid door machines, waardoor er minder mensen nodig zijn in het proces.
    Monocultuur                     Vorm van landbouw waarbij één soort gewas wordt verbouwd op een heel groot stuk land.
    Overvoeding                     Situatie waarin mensen met hun voeding meer calorieën (energie) binnenkrijgen dan nodig is.
    Productie per hectare        De hoeveelheid landbouwproducten die per hectare (100x100 m) geproduceerd worden.
    Welvaartsziekte                 Ziekte die wordt veroorzaakt door te veel en ongezond eten en te weinig beweging,

    Slide 28 - Slide

    Leerdoelen 
    • Je weet welke delen van de Verenigde Staten geschikt zijn voor landbouw en welke niet.
    • Je kunt verklaren waarom de Amerikaanse landbouw zo veel produceert.
    • Je kunt verklaren op welke manier het Amerikaanse platteland is veranderd.
    • Je kunt verklaren hoe het platteland belangrijk kan zijn en toch deels arm en ontvolkt is.
    • Je weet welke plaats de Verenigde Staten in de wereldwijde handel in voedsel innemen.

    Slide 29 - Slide

    Aan de slag!
    • Lees de theorie van par 2.3
    • Maak de vragen  van par. 2.3     
    • 4,5 6



    timer
    10:00

    Slide 30 - Slide