Thema 5: voortplanting van de mens

Thema 5: voortplanting van de mens
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 5: voortplanting van de mens

Slide 1 - Slide

1. Geslachtelijke voortplanting bij de mens
1.1 Ontwikkeling van de zygote
1.2 Ontwikkeling van het embryo
1.3 Ontwikkeling van de foetus

Slide 2 - Slide

1. Geslachtelijke voortplanting bij de mens
1.1 Ontwikkeling van de zygote
1.2 Ontwikkeling van het embryo
1.3 Ontwikkeling van de foetus

Slide 3 - Slide

1.1 Ontwikkeling van de zygote

Slide 4 - Slide

1.1 Ontwikkeling van de zygote

  • Versmelten mannelijke en vrouwelijke voortplantingscel:  de zaadcel en de eicel
  • 1 zaadcel dringt celmembraam eicel binnen --> eicel vormt bevruchtingsmembraam --> ondoordringbaarheid andere zaadcellen
  • Bevruchting = versmelten eicelkern en zaadcelkern -> bevruchte eicel of zygote 

Slide 5 - Slide

1.1 Ontwikkeling van de zygote

  • Bevruchting
  • na 24u: zygote deelt: 2 cellen, half zo groot
  • na extra 12u: opnieuw celdeling, nog kleiner
  • Einde 3e dag: 16 kleine cellen, zonder definitieve functie = stamcellen
  • Zygote verder richting baarmoeder (trilharen eileider). Buitenste laag: moederkoek, binnenste laag: vruchtzak
  • Einde 12e dag: ingenesteld, voedingsstoffen opnemen: embryo 

Slide 6 - Slide

1. Geslachtelijke voortplanting bij de mens
1.1 Ontwikkeling van de zygote
1.2 Ontwikkeling van het embryo
1.3 Ontwikkeling van de foetus

Slide 7 - Slide

1.2 Ontwikkeling van het embryo

  • Groeit in razend tempo
  • Einde derde week: basis zenuwstelsel
  • 4e en 5e week: weefsels en uiteindelijk organen
  • Na 5 weken: kloppen hartje, hersenen en ruggenmerg duidelijker te zien
  • Na 10 weken: alle organen zijn gevormd --> herkennen mini-mensje: foetus

Slide 8 - Slide

1. Geslachtelijke voortplanting bij de mens
1.1 Ontwikkeling van de zygote
1.2 Ontwikkeling van het embryo
1.3 Ontwikkeling van de foetus

Slide 9 - Slide

1.3 Ontwikkeling van de foetus
  • 12 weken: navelstreng en moederkoek voldoende ontwikkeld --> gassen uitwisselen, opname VS en afgifte AS
  • Vooral groeien
  • Centraal ZS ontwikkelt verder
  • Na 38 weken: foetus klaar om geboren te worden
  • Na 40 weken: artsen tellen ook eicelrijping erbij 

Slide 10 - Slide

Na de bevruchting van de eicel door een zaadcel vormt zich eerst een zygote, dan een foetus en dan een embryo?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

De zaadcellen zijn net zo groot als de eicel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Indien er geen hartslag ontstaat, stopt de ontwikkeling van het embryo en sterft het af?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De zwangerschapstermijn is altijd 40 weken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

2. Voortplanting en ecologie
2.1 De invloed van straling
2.2 De invloed van hormoonverstoorders
2.3 De invloed van luchtverontreiniging 

Slide 15 - Slide

2. Voortplanting en ecologie
2.1 De invloed van straling
2.2 De invloed van hormoonverstoorders
2.3 De invloed van luchtverontreiniging 

Slide 16 - Slide

2.1 De invloed van straling

Slide 17 - Slide

2.1 De invloed van straling

  • Gevolgen zijn afhankelijk van de hoeveelheid energie die de straling overdraagt. 
  • Lage energie-inhoud = niet-ioniserende straling : elektromagnetische golven met lange golflengte en lage frequentie
  • Hoge energie-inhoud = ioniserende straling: elektromagnetische golven met korte golflengte en hoge frequentie

Slide 18 - Slide

2.1 De invloed van straling

Waarom ernstigere gevolgen bij zwangerschap? Er blijven ionen achter die het DNA kunnen beschadigen

Gevolgen afhankelijk van 
  • het stadium van de zwangerschap 
  • stralingsdosis
  • blootstellingsduur

Slide 19 - Slide

2.1 De invloed van straling

Slide 20 - Slide

2.1 De invloed van straling

Slide 21 - Slide

2. Voortplanting en ecologie
2.1 De invloed van straling
2.2 De invloed van hormoonverstoorders
2.3 De invloed van luchtverontreiniging 

Slide 22 - Slide

2.2 De invloed van hormoonverstoorders

  • = lichaamsvreemde stoffen die de werking van biologische processen in ons lichaam ontregelen en schadelijk zijn
  • Voorkomen: verpakkingsmateriaal, speelgoed, verzorgingsproducten, kleren, voedsel, drinkwater
  • Voorbeelden: pesticiden, kwik, calcium
  • Gevolg: onmiddellijk of vele jaren na blootstelling
  • https://www.health.belgium.be/nl/hormoonverstoorders 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Link

2. Voortplanting en ecologie
2.1 De invloed van straling
2.2 De invloed van hormoonverstoorders
2.3 De invloed van luchtverontreiniging 

Slide 26 - Slide

2.3 De invloed van luchtverontreiniging

  • Concentratie van verschillende stoffen, zoals fijn stof, bepalen de kwaliteit van de lucht
  • Hoe meer fijn stof, hoe groter de kans op vroeggeboorte en laag geboortegewicht
  • Vroeggeboorte: longen baby niet volledig ontwikkeld --> grotere kans op astma of andere longziekten 

Slide 27 - Slide

Ioniserende straling heeft een invloed op de menselijke gezondheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

De hormoonverstoorders in schoonheidsproducten hebben geen invloed op de zwangerschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Fijn stof van natuurlijke oorsprong heeft geen effect op de ontwikkeling van de foetus
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Verwerking
Oef 1 p. 152
Oef 2 p. 152
Oef 4 p. 153
Oef 5 p. 154 (internet)

Slide 31 - Slide