Les 2 - V4 - examen oral: routine, cole, perfecto

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Ryan

Planificación

W 11 Donderdag: intro LA

W 12 Maandag en donderdag: practicar indefinido hay/ser/estar y escribir párrafo 1

W 13 Maandag en donderdag: el uso del indef / imperf – escribir párrafo 2 (el viaje de ida)

1. W 14 Maandag en donderdag: contraste indef / imperf / hay, ser, estar y concordancia – escribir párrafo 3 (un monumento o la naturaleza) y terminar carta
   

W 15 preparación examen oral thema 1  en donderdag: schrijfvaardigheidstoets

W 16 Maandag: preparación examen oral tema 1  donderdag: preparación examen oral tema 2 

W 17-18-19 meivakantie/activiteitenweek

W 20 Maandag: preparación examen oral tema (3)

Donderdag: preparación examen oral (4)

W 21 Examen oral/inleveren teksten

W 22 Examen oral/inleveren teksten

W 23 Examen oral/inleveren teksten

W 24 Tp 3

Hoy en clase hay un objetivo

Hablar sobre la rutina diaria y el cole

La preparación para hoy

Oefenen gespreksvaardigheid met onderwerp school/vrije tijd/routine

Meenemen reader gespreksvaardigheid en teksten mee

Maak teksten 4 en 5 uit je reader en zelf nakijken

Leren vocabulaire uit je reader blz 27 t/m 36 spa-ned, ned-spa

Deze lijsten is een herhaling van de onderbouw alleen pag. 33 is nieuw en pag. 35 en 36 (leer deze goed)

Leer de perfecto (uit de bijlage) zorg dat je de onregelmatige werkwoorden goed kent.

La clase anterior

Habla con tu compañero/a de clase y contesta a estas preguntas:

1. Wanneer gebruik je het werkwoord tener als je het hebt over persoonlijke informatie?

2. Hoe zeg je dat je zus dun is?

3. Hoe zeg je dat mevr. Muñoz een grote neus heeft?

4. Noem 4 nieuwe woorden over het lichaam in het Spaans.

5. Hoe spreek het woord "juego" uit in het Spaans? En Valencia?

La rutina diaria

Vas a ver un vídeo de nuestro amigo Tío Spanish

Escribe en tu cuaderno las palabras en español:

1. ik word wakker
2.  ik sta op
3. ik ontbijt
4. ik douche me
5. ik kleed me aan
6. ik ga naar school
7.  ik sport
8.  ik spreek af met vrienden
9.  ik  kijk tv series

La rutina diaria

1. me despierto: ik word wakker
2. me levanto: ik sta op
3. desayuno: ik ontbijt
4. me ducho: ik douche me
5. me visto: ik kleed me aan
6. voy al instituto: ik ga naar school
7. hago deporte: ik sport
8. quedo con amigos: ik spreek af met vrienden
9. veo series de televisión: ik kijk tv series

La rutina diaria

 ¿Qué actividades haces más?

Escribe en tu cuaderno y busca en tu reader o diccionario

La rutina diaria: levanta la mano

hago los deberes

juego al fútbol

juego al hockey

 meriendo 

me cepillo los dientes

toco un instrumento

 me maquillo

me afeito

duermo

descanso

leo un libro

estudio para una asignatura

El perfecto

Habla con tu compañero/a de clase cómo se forma el perfecto y  cuándo se usa y después hacer el perfecto yo con:

romper

escribir

ver

hacer

abrir

levantarse

La rutina diaria met de perfecto

En parejas hacer preguntas sobre la rutina diaria (let op: werkwoorden staan in infinitief, dus zelf vervoegen naar jij en ik)

con estos verbos

1. ¿A qué hora....?

2. ¿Qué día (s)....?

La rutina diaria

Con tu compañero/a de clase cuenta ahora tu rutina en español.

Usa estas palabras:

primero (eerst)

después (daarna)

entonces (dan)

también (ook)

y (en)

finalmente 

La preparación para el lunes

Oefenen gespreksvaardigheid met onderwerp vrije tijd

Meenemen reader gespreksvaardigheid en teksten mee

Maak teksten 6 en 7  uit je reader en zelf nakijken

Leren vocabulaire uit je reader over vrije tijd spa-ned, ned-spa (en andere lijsten die je nog niet zo goed kent)

Leer de indefinido en de imperfecto uit je aantekeningen (of bijlage) zorg dat je met name de onregelmatige werkwoorden goed kent!