Geschiedenisles

Hoe veranderde het landschap tijdens de Industriële Revolutie


Digitale geletterdheid 
Fine, Noa en Alma
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe veranderde het landschap tijdens de Industriële Revolutie


Digitale geletterdheid 
Fine, Noa en Alma

Slide 1 - Slide

Waar in de tijd zitten we?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gebeurde er op deze kijkplaat?

Slide 4 - Open question

Waarom kijken de kinderen verbaasd?

Slide 5 - Open question

Hoor hier het geluid van de stoomtrein!

Slide 6 - Slide

Mensen fietsten en liepen veel vroeger. Wat veranderde er na de uitvinding van dit voorwerp?

Slide 7 - Slide

Waardoor gingen 'normale mensen' mensen vroeger nooit naar het strand?
A
De zee was te koud
B
Het was te ver om naar te reizen
C
Het was te duur
D
Ze vonden dat vroeger niet leuk

Slide 8 - Quiz

Welke mensen werkten er op de stoomtrein?
A
machinist, stoomwerker, staker
B
treinwerker, machinist, conducteur
C
stoker, machinist, chef trein
D
conducteur, stoker, chef trein

Slide 9 - Quiz

Waar komt de steenkool vandaan waardoor de trein rijdt?
A
mijnen
B
uit de duinen
C
stookmijnen

Slide 10 - Quiz

Waar komt de steenkool vandaan waardoor de trein rijdt?

Slide 11 - Open question

Hoezo heet de stoomtrein een stoomtrein?

Slide 12 - Open question

Waarom was het moeilijk om spoorwegen aan te leggen in Nederland?
A
Er waren teveel bossen en onverharde wegen.
B
Omdat de mensen op het platteland dit niet wilden.
C
Er was teveel water en dat maakte het lastig.
D
Er waren al teveel normale wegen.

Slide 13 - Quiz

Aardappeleters
In de tijd van burgers en stoommachines reed er voor het eerst een trein door het Koninkrijk der Nederlanden. En er veranderde nog veel mee. Eerst woonden de meeste mensen op het platteland. Ze leefden van de landbouw. De mensen in de stad verdienden hun geld met de handel. In de loop van de negentiende eeuw kwamen er fabrieken in de stad: grote hallen vol machines. Die machines maakten bijvoorbeeld stoffen. Steeds meer mensen trokken naar de stad om in de fabrieken te gaan werken. Ook het eten veranderde. Aardappels bleken namelijk heel goed te groeien in Nederland. Door aardappels te verbouwen kwam er veel meer eten voor iedereen.

Slide 14 - Slide

Welk voorwerp is nieuw in de industriële revolutie?

Slide 15 - Slide

Welk voorwerp is nieuw in de industriële revolutie?

Slide 16 - Slide

Nieuwe machines
Op het platteland werken de boeren ´s morgens keihard. Toch waren veel boerengezinnen arm. In de winter was er weinig werk op het land. Dan moesten ze bijverdienen door thuis handwerk te doen, zoals draden spinnen en stoffen weven om te verkopen. Ondertussen werd in Engeland de stoommachine uitgevonden: een machine die werkt op de kracht van stoom. Al snel waren er machines op stoomkracht die sneller konden spinnen en weven dan de boeren thuis. Er kwamen spin- en weeffabrieken. De stoffen uit de fabriek waren goedkoper dan de stoffen van de boeren. De boeren verkochten steeds minder en konden zo niets meer bijverdienen. Veel van hen gingen daarom naar de stad om werk te zoeken in de fabriek.

Slide 17 - Slide

Welk schilderij is na de industriële revolutie gemaakt?

Slide 18 - Slide

Welk schilderij is na de industriële revolutie gemaakt?

Slide 19 - Slide

Een nieuw landschap
Door de uitvinding van de stoommachine veranderde het landschap enorm. Steeds meer fabrieken met roken de schoorstenen. De machines waren duur. Om er zoveel mogelijk geld mee te verdienen stonden ze dag en nacht aan. Rond de fabrieken werden nieuwe woonwijken gebouwd. Kleine stadjes en dorpjes veranderde zo razendsnel in grote steden. Er kwamen nieuwe wegen en kanalen om spullen van en naar de fabrieken te kunnen vervoeren. In 1839 ging de eerste spoorlijn in Nederland open. Niet lang daarna konden mensen met stoomtreinen en stoomboten door het hele land reizen. Al deze veranderingen samen noemen we de industriële revolutie

Slide 20 - Slide

Hier woonden de arbeiders, ze woonden vaak met zijn tienen in een klein huis. Er was geen douche of toilet
Dit is de fabriek waar mensen dag en nacht werkten. Zo werkten ze 16 uur per dag. De lucht was vies en de machines waren gevaarlijk
De fabrieken en machines verbruikten veel energie, en stootten veel vervuiling de lucht in. Kijk maar naar alle stoom die vrijkwam!

Slide 21 - Slide

Aan het werk!
Jullie gaan nu aan het werk met het werkboek. Lees de tekst terug in je tekstboek als je het even niet meer weet

We werken in stilte, als je een vraag hebt leg je je vragenblokje op '?'
timer
30:00

Slide 22 - Slide