H4.8 spelling

H4.8 spelling
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H4.8 spelling

Slide 1 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord

bijv.    - de rode schoen
            - de lelijke jas
            - de hulpeloze vogel
            - het gemene plan
            - de fantastische les

Slide 2 - Slide

Het lieve kind loopt op de stoep

Slide 3 - Open question

de grote tas ligt op straat

Slide 4 - Open question

Het oude huis staat op een berg

Slide 5 - Open question

Die vervelende file is echt niet leuk

Slide 6 - Open question

Haastige spoed is zelden goed

Slide 7 - Open question

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 
  • Vuistregel: de uitgang eindigt altijd op -en.
  • goud + en
  • hout + en
  • Riet + en

Slide 8 - Slide

Uitzondering
De uitzonderingingen zijn:
  • plastic
  • nylon

Slide 9 - Slide

Welke Bijvoeglijk naamwoorden kunnen we hier neer zetten?
stoel

Slide 10 - Mind map

Juf Linda kocht een staal... pen.
A
stalen
B
stale
C
stallen
D
stalle

Slide 11 - Quiz

Later woon ik in een karton... doos.
A
kartonen
B
kartonnen
C
kartone
D
kartonne

Slide 12 - Quiz

Het paard liep tegen een hout... kast aan.
timer
0:10

Slide 13 - Open question

Het grote papier... boek.

Slide 14 - Open question

De plastic tas.

Slide 15 - Open question

Een nylon tent.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Je schrijft deze vorm zo kort mogelijk op

bijv. de vergrote foto
          het aangebrande eten
         

Slide 18 - Slide

Het huis is verbouwd
Het .... huis

Slide 19 - Open question

Het boek is gelezen
Het ... boek

Slide 20 - Open question

Het proefwerk is gemaakt
Het ... proefwerk

Slide 21 - Open question

(maken) De ... afspraak

Slide 22 - Open question

(schilderen) De ... deur

Slide 23 - Open question

(rijden) De ... race

Slide 24 - Open question

(winnen) De ... wedstrijd

Slide 25 - Open question

(vergroten) de ... foto

Slide 26 - Open question

(verwachten) De ... trein

Slide 27 - Open question

(redden) De ... zwemmer

Slide 28 - Open question

afsluiting
Bijvoeglijk naamwoord -> zegt iets over het znw 

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord -> materiaal znw 

voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord -> 
Begint met ge-, be-, ver-, ont- of her-
Eindigt altijd op een -d, een -t of op -en
Een voltooid deelwoord deelt de zin met een ander werkwoord

Slide 29 - Slide

geef een voorbeeld van 
bijvoeglijk naamwoord

Slide 30 - Mind map

Geef een voorbeeld van
een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 31 - Mind map

Geef een voorbeeld van
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 32 - Mind map

Doel:Je leert het verschil tussen bijvoeglijke naamwoorden en stoffelijk
           bijvoeglijke naamwoorden

Slide 33 - Mind map