5.2 + 5.3 Grote veranderingen in Engeland

H4 Verlichting en Revolutie
H5 Fabrikanten en arbeiders
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 Verlichting en Revolutie
H5 Fabrikanten en arbeiders

Slide 1 - Slide

Burgers en stoommachines

5.2 Grote veranderingen in Engeland

Slide 2 - Slide

§5.1 Oriëntatie
  • Periode
  • Tijdvak
  • Jaartallen
  • Samenleving 
Moderne tijd
Tijd van Burgers en Stoommachines
1750-1800
Industriële samenleving

Slide 3 - Slide

Kenmerkende Aspecten
1 De wetenschappelijke revolutie
 
2 De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis      
    legde voor een industriële  samenleving.

3 Discussies over de ‘sociale kwestie’.

Slide 4 - Slide

Kenmerkende Aspecten (2)
4 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de 
    industrialisatie.
  
5 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: 
    liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en    
    feminisme.

Slide 5 - Slide

Industriële Revolutie
  • Wat? De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
  • Wanneer? Tussen 1750-1800 begonnen in Groot-Brittannië
  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine

Slide 6 - Slide

Wat is de Industriële Revolutie? (in je eigen woorden)

Slide 7 - Open question


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie









Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 8 - Slide

§5.2 Grote veranderingen in Engeland

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Deelvragen
1. Welke omstandigheden maakten de Industriële Revolutie in Engeland mogelijk?
2. Hoe zorgde de agrarische revolutie (landbouwrevolutie) in Engeland voor een demografische revolutie?

Slide 11 - Slide

Welke omstandigheden maakten de industriële revolutie mogelijk? 

Slide 12 - Slide

GB rond 1750 lage productie in landbouw door:

1. De natuurlijke omstandigheden. 
2. Gebrek aan kennis en goede landbouwtechnieken en werktuigen.
3. De kleinschaligheid van de bedrijfjes.

Men had open fields en common fields.

Slide 13 - Slide

Na 1750 veranderde veel in de landbouw:

1. Het telen van nieuwe gewassen en het toepassen van vruchtwisseling 
2. Nieuwe landbouwwerktuigen te gebruiken
3. Het toepassen van middelen om de grond vruchtbaarder te maken
4. Speciale dieren fokken
5. Enclosures

Slide 14 - Slide

Jethro Tull
  • Zoon van een edelsmid
  • Studeerde aan de universiteit van Oxford
  • Reisde rond door Europa en kreeg daardoor veel nieuwe ideeën en opvattingen over de landbouw

Slide 15 - Slide

Verbeteringen
  • Aan het werk op het landgoed van zijn ouders
  • Zag veel verspilling van o.a. zaden
  • Bedacht een zaaimachine: die stopte alle zaadjes in de grond. De opbrengst werd 8x zo groot!
  • Schreef boeken over zijn ideeën

Slide 16 - Slide

Enclosures
Ook voor andere werkzaamheden op de akkers kwamen er machines.... maar machines werkten alleen voor grote akkers.
Probleem: in Engeland waren er voor de meeste boeren alleen maar kleine akkers op de open fields (= voor gezamenlijk gebruik)

Slide 17 - Slide

Enclosures
  • Het Britse Parlement verkocht de Common Fields
  • Opgekocht door de adel.
  • Velden werden omheind ( dan was het duidelijk dat dit niet meer voor iedereen was. --> enclosures.

Slide 18 - Slide

Gevolgen van de argrarische revolutie
  • Meer en beter voedsel => bevolkingsgroei
  • Maar: minder landarbeiders nodig en kleine boeren moesten er mee stoppen => werkloosheid en armoede steeg op het platteland => trek naar de stad

Slide 19 - Slide

Demografische Revolutie


  • Gevolg van de grotere landbouwopbrengsten: de bevolking groeit.
  • 1750-1850 van 6 naar 18 miljoen inwoners.
  • Mede oorzaak: betere hygiëne, gezondheidszorg.
  • Meer kleding nodig => gunstig voor de textielindustrie. 

Slide 20 - Slide

Ondernemende landedelen
  • Jethro Tull reisde rond door Europa en deed allerlei ideeën en opvattingen op. Op het landgoed van zijn ouders merkte hij dat er veel oogst verloren ging.
  • Hij ontwikkelde een zaaimachine waardoor er met dezelfde hoeveelheid zaaizaad de oogsten acht keer zo groot werden, omdat er nu niets meer werd verspild, in rijen werd gezaaid en het gat dichtgemaakt werd zodat vogels het zaad niet op konden eten. 

Slide 21 - Slide

Van open fields naar Enclosures.
  • Meer landbouwmachines uitgevonden, waren erg duur en alleen geschikt voor grote stukken grond.
  • Probleem: klein deel landbouwgrond was  akkerland=> de open fields. 
  • Common fields: grote weilanden,bossen die door de dorpsbewoners gemeenschappelijk worden gebruikt. 

Slide 22 - Slide

Enclosures en Enclosure Acts door Engels parlement in de 18e eeuw.

  1. Privatiseren en omheinen van de common fields. Er werden heggen en muren om de grond heengezet als teken van privébezit. Vooral de landadel kocht veel en goedkope grond. 
  2. Het herverkavelen van de open fields, zodat er grote, aaneengesloten percelen ontstaan.  
  • Gevolgen: grootschalige en daardoor efficiëntere landbouw. Kleine boeren geen werk meer en vertrokken naar de stad. 

Slide 23 - Slide

Enclosure Acts
Het Engelse parlement nam wetten aan om de common fields te verkopen aan de adel. 
De adel plaatste hekken/muurtje er omheen = enclosure

Gevolgen: 
  • Boeren hebben geen gemeenschappelijk eigendom
  • Grond werd privébezit

Tussen 1700 en 1850 werd in Engeland ruim drie miljoen hectaren omheind, terwijl de totale oppervlakte van Engeland dertien miljoen hectare is.

Slide 24 - Slide

Agrarische Revolutie 1700-1750
  • De agrarische productie steeg enorm=> agrarische revolutie. 
  • Oorzaken: 
  1. Door enclosures meer landbouwgrond. 
  2. Nieuwe gewassen gekweekt en betere fokmethodes vee, zaaizaadselectie, betere onkruidbestrijding, betere werktuigen, wisselbouw van gewassen=> vb. graan en voedergewassen zoals knollen en klaver afgewisseld. Zo herstelde vruchtbaarheid van de grond en kwam er meer vee.

Slide 25 - Slide

Transportrevolutie
  • Vanaf 1850 groei voedselproductie door kunstmest en mechaniseringGevolg=> meer en betere kwaliteit van het voedsel ook in de steden. 
  • Transportrevolutie: betere wegen, aanleg van kanalen en spoorwegen konden er gemakkelijker en sneller grondstoffen, producten en voedsel in de steden worden afgezet. 
  • Gevolg: specialisatie landbouw en urbanisatie.

Slide 26 - Slide

Demografische Revolutie
  • Meer, betere kwaliteit voedsel door agrarische revolutie=> bevolkingsgroei, afname kindersterfte.
  • Beter drinkwater door aanleg waterleiding en riolering=> betere  hygiëne, verbetering in medische zorg => gevolg lager sterftecijfer. 
  • Gevolg demografische revolutie= daling sterftecijfers en groei van de Europese bevolking.

Slide 27 - Slide