Continuïteit en Coördinatie

Continuïteit en Coördinatie
lesweek 3
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Continuïteit en Coördinatie
lesweek 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les 3.2
Leerdoelen: 
  • De student kan het verschil en de samenhang uitleggen tussen coördinatie en continuïteit van zorg
  • De student kan benoemen op welke wijze de formele en informele zorgverlening wordt afgestemd zowel binnen als buiten de organisatie
  • Je kunt uitleggen wat multimorbiditeit inhoudt en wat de gevolgen van multimorbiditeit zijn
  • Je kent de begrippen: comorbiditeit, complexiteit en polyfarmacie uitleggen
  • Je weet waar de langdurige zorg voor chronisch zieke (oudere) zorgvragers uit bestaat
  • Je weet wat de rol van de verpleegkundige is bij multimorbiditeit en farmaceutische zorg
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen zelfmanagement en Empowerment

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Continuïteit en coördinatie van zorg

De zorgverlening wordt zodanig georganiseerd en geregeld (coördineren), zodat de zorgafspraken voor de zorgvrager door iedere zorgverlener hetzelfde worden uitgevoerd. Er ontstaat geen overlap (continuïteit).


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bij coördinatie en continuïteit van zorg stem je de zorg af op specifieke situatie van een individuele zorgvrager.
  • zorgvrager
  • Zorgleefplan
  • Andere disciplines
  • Mantelzorg
  • Sociale omgeving

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Continuïteit van zorg
Bij continuïteit van zorg is er sprake van een ononderbroken samenhang van alle elementen waaruit het gehele zorgproces is opgebouwd

vb: de zorg wordt steeds op de afgesproken manier gegeven, ook al gebeurt dit door verschillende verzorgenden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

 Coördinatie en continuïteit 
Hoe dan?
  • Goede voorbereiding.
  • Weten wat je moet doen.
  • Continue communicatie met betrokken disciplines.
  • Goede rapportages en overdrachten.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Samenwerken met informele zorgverleners
Tips voor goede samenwerking met (bijv. mantelzorgers)
- benut deskundigheid van de informele zorgverlener
- Help de informele zorgverlener bij het vervullen van hun nieuwe rol
- Wees duidelijk over taken
- Informeer de informele zorgverlener
- Heb aandacht voor de informele zorgverlener als persoon
- Steek tijd in het kennismaken met elkaar
- Betrek de informele zorgverleners erbij
- Toon waardering
- Luister naar ideeën
- Evalueer en verbeter

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samenwerken met andere beroepsgroepen
Integrale benadering 
Beroepsbeoefenaren binnen en buiten de instelling
Sociale kaart
Samenwerkingsverbanden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Beroepsbeoefenaren binnen en buiten de instelling

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Overlegvormen tussen formele zorgverleners
MDO
Zorgvrager besprekingen
Team overleggen 
Dienst- of werkoverleg
Artsenvisite 
Mondelinge overdrachten


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Overdracht
Schriftelijk of mondeling
('warme overdracht')
In teamruimte, telefonisch of bij de zorgvrager
Transmurale overdracht

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe zorg jij zelf voor een
goede samenwerking?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Wat voor redenen zijn er dat de
samenwerking niet goed verloopt?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Samenwerken gaat niet vanzelf
Redenen:
  • Kent elkaar of elkaars werk onvoldoende
  • rollen/belangen niet helder
  • verpleegkundige is onvoldoende zichtbaar
  • andere disciplines stellen niet de juiste vragen
  • Hoge werkdruk (MDO is niet goed voorbereidt) 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maken edition opdrachten 5.2
(zorgverlening, beroep en organisatie)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Sociale kaart

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Continuïteit en coördinatie van zorg zijn belangrijke begrippen in de gezondheidszorg. Continuïteit betekent dat de zorgverlening op elkaar aansluit en er geen onderbrekingen zijn. Coördinatie betekent dat verschillende zorgverleners samenwerken en de zorg goed op elkaar afstemmen.

Slide 19 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Als alle zorgactiviteiten goed op elkaar aansluiten, spreek je over continuïteit van zorg.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent multimorbiditeit?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Boven welke leeftijd komt multimorbiditeit veel voor?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Multimorbiditeit
Letterlijk: veel ziekte aantal
Meer dan 1 ziekte bij tijdens een bepaalde periode (veel chronisch zieken)

Onder de 55 jaar zelden multimorbiditeit
Boven de 75 jaar hebben 1 op de 3 personen multimorbiditeit
 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zorgvragers met chronische ziekten
70% --> 1 chronische ziekte, goed hanteerbaar
20% --> risico's van chronische ziekte zijn toegenomen. Ontvangt langdurige chronische behandeling en zorg
10% --> meerdere chronische ziekten tegelijk op hogere leeftijd (multimorbiditeit)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vormen van multimorbiditeit
(wat voor ziektes zie je vaak samen)

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Vormen van multimorbiditeit
  • Zorgvrager heeft verschillende ziekten door zelfde oorzaak
- COPD en hartfalen door roken
  • Ene ziekte is een complicatie van een andere ziekte (comorbiditeit)
- Nierfalen door chronische diabetes mellitus
  • Een groep ziekten komt gezamenlijk voor
  • geen verklaring, het lijkt op toeval te berusten

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend comorbiditeit?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Comorbiditeit
Er wordt van 1 ziektebeeld uitgegaan. Als de zorgvrager daar complicaties/andere ziekten van ervaart wordt comorbiditeit genoemd.

BV: iemand heeft diabetes mellitus en wordt opgenomen in het ziekenhuis. De neuropathie is dan comorbiditeit bij diabetes mellitus. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van multimorbiditeit
  • Hoe meer ziekten --> meer klachten, complicaties en eerder overlijden
  • Kwaliteit van leven en eigen regie komt in het geding
  • Complexe behandeling en zorg, toenemend gebruik van zorg en polyfarmacie. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend polyfarmacie?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Bij het gebruik van hoeveel verschillende medicatie soorten spreek je van polofarmacie?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Polyfarmacie 
>Multimorbiditeit = >Farmacotherapie
5 of meer verschillende medicijnen (uit de ATC)
Anatomisch Therapeutisch Chemische Classificatie
Risicos Polyfarmacie:
- leidt tot meer polyfarmacie
- medicatie beïnvloed elkaar en geeft bijwerkingen
-ouderen breken medicatie slechter af. (Heeft het nut op het te geven)
- makkelijker maken van fouten

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Zorg voor chronisch zieke zorgvragers.
Onder te verdelen in:
- Alle preventie en voorlichting gericht op de hele bevolking om chronische ziekten te voorkomen
- Zorg voor chronisch zieken, vooral gericht de groep die door 1 chronische ziekte beperkingen ondervindt
- Zorg bij multimorbiditeit, die gericht is op de zorgvragers met meerdere chronische ziekten tegelijk

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maken zorgplan voor een chronische ziekte:
Diabetes mellitus
Hartfalen
COPD
Depressie
Reuma

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  1. Maak een poster met daarop voorlichting voor de gehele bevolking.
  2. Beschrijf de zorg/aandachtspunten voor de zorgvrager met de desbetreffende chronische aandoening.  Hierin moeten de onderstaande termen terug te lezen zijn.
  3. Wat is jouw verpleegkundige rol binnen multimorbiditeit en polyfarmacie 

Pak het boek erbij voor deze opdracht. Beschrijf uitgebreid en onderbouw de antwoorden ook. 

- Specialisatie en diseasemanagement (wat voor specialisatie, welke specifieke behandeling 1)
- Ketenzorg (Wat voor ketenzorg/transmurale zorg verwacht/ kun je zien je bij dit ziektebeeld)
- Zelfmanagement en empowerment, (Noem het verschil, hoe kun je deze begrippen toepassen bij het ziekte beeld?)
- Transitiezorg, (Wat voor transitie maakt de zorgvrager mee?)
- Ondersteuning van de mantelzorg (Hoe kunnen mantelzorgers ondersteunen?)
- Toegang tot maatschappelijke diensten (Welke maatschappelijke diensten zijn nodig/komen voor bij het ziektebeeld)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?
Leerdoelen: 
  • De student kan het verschil en de samenhang uitleggen tussen coördinatie en continuïteit van zorg
  • De student kan benoemen op welke wijze de formele en informele zorgverlening wordt afgestemd zowel binnen als buiten de organisatie
  • Je kunt uitleggen wat multimorbiditeit inhoudt en wat de gevolgen van multimorbiditeit zijn
  • Je kent de begrippen: comorbiditeit, complexiteit en polyfarmacie uitleggen
  • Je weet waar de langdurige zorg voor chronisch zieke (oudere) zorgvragers uit bestaat
  • Je weet wat de rol van de verpleegkundige is bij multimorbiditeit en farmaceutische zorg
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen zelfmanagement en Empowerment

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Evalueren
-Wat vonden jullie van de les? 
-Veel les, veel opdrachten, zelfstandig werken, in groepjes werken, in creatieve vorm, powerpoint, lesson-up etc.?

Feedback, ja graag!!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions