This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wat is de naam van dit model?
Slide 1 - Open question
Basisch
Zuur
Neutraal
Slide 2 - Drag question
In een kop soep van 250ml zit 1,7 gram zout. Bereken de concentratie in gram per liter van het zout in deze soep. Geef alleen het eindantwoord met de eenheid.
Slide 3 - Open question
De kop van het kop-staartmodel is:
A
Hydrofiel
B
een emulgator
C
Hydrofoob
Slide 4 - Quiz
Waar bestaat een zout uit?
A
Metaal en niet-metaal atomen
B
Metaal ionen
C
Niet-metaal en metaal ionen
D
Niet-metaal atomen
Slide 5 - Quiz
Wat is de naam van het zout
CaF2
A
Calciumdifluoride
B
Chloorflouride
C
Calciumfosfaat
D
Calciumfluoride
Slide 6 - Quiz
Welke deeltjes zijn er allemaal in het model van Bohr? Geef ook de lading van de deeltjes.
Slide 7 - Open question
Stel de oplosvergelijking van NaCl op. Inclusief fase/toestandaanduiding.
Slide 8 - Open question
Hoe heet deze ronde vorm waarin zeepmoleculen zich rangschikken?
Slide 9 - Open question
welke factoren beïnvloeden de reactiesnelheid?
A
Verdelingsgraad, temperatuur en concentratie
B
Concentratie, verdelingsgraad en hoogte
C
Verdelingsgraad en temperatuur
D
temperatuur, concentratie, verdelingsgraad, temperatuur en hoogte
Slide 10 - Quiz
Een infuuszak met zoutoplossing heeft een concentratie van 9,0 g/L. Bereken hoeveel gram zout er in 500ml van deze infuusvloeistof zit. geef alleen je eindantwoord met de eenheid