Theme 5 House and Home, Grammar review

Grammar Theme 5

13) Ontkenningen met to have (got) (Page 77)
14) Bezit (possessive) (Page 77)
15) Duurvorm ( Present continuous) (Page 81)
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammar Theme 5

13) Ontkenningen met to have (got) (Page 77)
14) Bezit (possessive) (Page 77)
15) Duurvorm ( Present continuous) (Page 81)

Slide 1 - Slide

Wat weet je al over ontkenningen en/of have got?

Slide 2 - Mind map

Part 1: Ontkenningen met have (got)
Grammar 13 (page 77)

Slide 3 - Slide

3

Slide 4 - Video

00:15
Wat denk je dat het grootste verschil is?

Slide 5 - Open question

01:49
Op welke plaats komt het woord not te staan?

Slide 6 - Open question

03:06
Dus, als je er geen got in de zin staat wat moet je dan gebruiken?

Slide 7 - Open question

Gebruik have got om ontkennend te maken:
1. My mother ____ a big purse.
A
doesn't have
B
don't have
C
hasn't got
D
doesn't have got

Slide 8 - Quiz

Gebruik have om ontkennend te maken:
2. They ____ a dog.
A
haven't got
B
hasn't got
C
doesn't have
D
don't have

Slide 9 - Quiz

Maak ontkennend:
My teacher has gold glasses.

Slide 10 - Open question

End part 1
That was part 1 of this lesson, I hope you understand the difference between negations  with have got and qnegations with (only) have. 

Slide 11 - Slide

Part 2: Possessive ( Bezitsvorm)
Grammar 14 (page 77)

Slide 12 - Slide

Hoe geef je bezit aan in het Engels?
De Engelsen hebben 3 manieren om dat te doen:

+ 's 
* Namen van mensen en dieren. 
  (ook als ze op een -s eindigen)
* Enkelvouden
* Meervouden niet op -s eindigen
* Danique's bike. 
* My sister's arm.
* Children's laptops
 +
* Meervouden die eindigen op -s
* Cars' wheels
of 
* Dingen
* Geografische namen 
* Windows of the house
* Paris is the capital of France

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Dit is een kwestie van heel goed en vaak leren.. en daarna zoveel mogelijk toepassen (dus oefenen!) 

Via onderstaande link kan je eventueel nog meer oefeningen vinden online:

Slide 15 - Slide

End part 2
That was part 2 of this lesson, I hope you understand the possessive now!

Slide 16 - Slide

Part 3: Present continuous (duurvorm)
                                                                                                                  Grammar 15 (page 81)

Slide 17 - Slide

Wat weet je over de tijden in het Engels?

Slide 18 - Open question

2

Slide 19 - Video

00:22
Wat zijn habits and routines?

Slide 20 - Open question

00:47
Dus wat is het verschil tussen de tegenwoordige tijd (present simple) en de duurvorm (present continuous)?

Slide 21 - Open question

Hoe maak je de duurvorm (Present Continuous)?


3 stappen:
Stap 1: vorm van to be kiezen. (kijk naar het onderwerp!)
Stap 2: werkwoord bepalen
Stap 3: -ing eraan vastplakken 

Voorbeeld: Ik ben aan het fietsen op dit moment.
I am cycling at the moment.

Slide 22 - Slide

Gebruik:

Wanneer je aan wil geven dat iets NU bezig is. 

Er staan in de zin vaak woorden als: at the moment of now.
Vorm:

Vorm van to be 
+
werkwoord
+
ing

Slide 23 - Slide

Gebruik de duurvorm:
Kim and Tom talk about school.

Slide 24 - Open question

Gebruik de duurvorm:
We hebben Engels op dit moment.

Slide 25 - Open question

He's a sleep but ____________(hij maakt) funny noises.

Slide 26 - Open question

Welke zin staat in de duurvorm (present continuous)?
A
Ed Sheeran is my favourite artist
B
I have always loved Lewis Capaldi
C
I am having steak dinner.
D
Dancing is my passion now, and it willl be forever

Slide 27 - Quiz

Welke zin staat in de tegenwoordige tijd(present simple)?
A
Miss Haver loves Ed Sheeran's music.
B
I have always loved Lewis Capaldi
C
I am having steak dinner.
D
Dancing is my passion now, and it willl be forever

Slide 28 - Quiz

End part 3
That was part 3 of this lesson, I hope you understand the Present Continuous now!

Last bit is just easy, good luck!

Slide 29 - Slide

Do you understand? Begrijp je de grammar van Theme 5? Of heb je nog vragen? Stel ze dan hieronder:

Slide 30 - Open question

Extra oefenen online:
Oefenen met 13, vragen maken met have (got): 
Klik op deze link
Oefenen met 14,  de possessive (bezit):
Klik op deze link
Oefenen met 15, de duurvorm (present continuous):

Slide 31 - Slide

Wat vond je van deze les? Heb je er iets van geleerd?
A
Leuk, ja ik heb iets geleerd!
B
Leuk, maar niets geleerd.
C
Niet leuk, wel iets geleerd!
D
Niet leuk, niets geleerd.

Slide 32 - Quiz

The End!
Voor vragen, ga weer terug naar teams. Chat of spreek met mij.

Slide 33 - Slide