1.3: Europa en de wereld (1) ElzM

1.3 Europa en de wereld
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 Europa en de wereld

Slide 1 - Slide

Deze les: 
  • Herhaling vorige les
  • vragen over de vorige paragraaf?
  • uitleg paragraaf 1.3
  • aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les:
...kun je in je eigen woorden de betekenis geven van de begrippen: wereldeconomie, Oost-Indië, monopolie, VOC, kolonialisme.
...kun je uitleggen hoe de VOC ontstond en hoe de VOC het monopolie kreeg over de handel Oost-Indië.
... kun je je mening geven over de werkwijze van de VOC in Azië

Slide 3 - Slide

Herhaling 1.2: 

Slide 4 - Slide

Frankrijk
Engeland
De Republiek(nederland)
Regenten
Staten-generaal
Absolutisme
Bill of Rights
burgerlijk bestuur

Slide 5 - Drag question

Dit heb je geleerd:
  • Hoe Nederland werd bestuurd
  • Hoe de Franse koning heel machtig werd
  • Hoe de Engelse koning minder machtig werd
  • met welke landen Nederland in oorlog was
    Kenmerkende aspecten:
  • het streven van vorsten naar absolute macht
  • burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland 

Slide 6 - Slide

1.3: Europa en de wereld
in deze paragraaf leer je:
  • Hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw
  • Hoe Europeanen hun activiteiten in Azië uitbreidden
  • Hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en Afrika uitbreidden

kenmerkend aspect:
het ontstaan van handelskapitalisme en begin van wereldeconomie

Slide 7 - Slide

Handel op de hele wereld:
  • omstreeks 1500 waren de Portugezen begonnen met handel in Zuidoost- Azië
  • Portugezen en Spanjaarden ook actief met het veroveren van Amerika
  • toename van Handel over de Atlantische Oceaan
  • Andere Europeanen willen ook meedoen aan deze Europese Expansie 

Slide 8 - Slide

Wie was dit en wat 'ontdekte' hij?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Handel op de hele wereld:
  • Franse, Engelse en Nederlandse handelaren richtten compagnieën (handelsbedrijven) op.
  • overal waar dat mogelijk was gingen deze compagnieën handel drijven met de inheemse bevolking.
  • Hierdoor ontstond een wereldeconomie 

Slide 11 - Slide

Handel op de hele wereld:
  • vraag en aanbod krijgen invloed op elkaar
  • suiker, koffie, tabak
  • plantages in Amerika en Azië 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Europese expansie in Azië:
  • Nederlandse handelaren richtten aan het eind van de 16e eeuw verschillende compagnieën op voor de  handel met Oost-Indië (zuidoost- Azië)
  • 1602: compagnieën gaan samenwerken in de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie)

Slide 14 - Slide

Europese expansie in Azië:
  • Nederlanders mochten alleen handeldrijven in de VOC met Oost-Indië
  • monopolie: alleenrecht voor het drijven van handel
  • gevolg: De VOC heeft geen concurrentie en kan dus hoge prijzen vragen en veel winst maken

Slide 15 - Slide

De VOC:
  • geleid door een gouverneur-generaal in Batavia op het eiland Java
  • Batavia werd in 1619 gesticht door Jan Pieterszoon Coen
  • grootste bedrijf ter wereld
  • handel tussen Azië en Europa maar ook tussen Aziatische landen onderling
  • vaak met toestemming van inheemse volken, anders geweld om hun zin te krijgen.
  • Aziaten gedwongen hun producten alleen aan de VOC te leveren. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De VOC
  • Op de Molukken, het eiland Banda, werkten de inwoners niet mee
  • inwoners vermoorden, uithongeren, wegvoeren als slaaf.
  • Molukken veroverd en de eilanden werden bestuurd door de VOC
  • slaven uit andere delen van Azië werkten op de specerijen plantages. 

Slide 18 - Slide

moord op Banda
Jan Pieterszoon Coen

Slide 19 - Slide

Van handel naar kolonisatie:
  • Steeds vaker worden (delen) van gebieden veroverd.
  • Door het stichtten van kolonies in Azië kwamen steeds meer gebieden onder Europese heerschappij te staan.
  • kolonisatie: overheersing van een kolonie om er geld aan te verdienen. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wat Jan Pieterszoon Coen gedaan heeft kon niet....
Ja
Nee
In die tijd wel nu zou het niet meer kunnen

Slide 22 - Poll

Aan de slag:
  • Lees de witte dia's met informatie over paragraaf 1.3 nog eens goed door en maak een overzicht van begrippen (onderstreepte woorden), geef in je eigen woorden de betekenis van deze begrippen.
  • Lees de theorie en werk aan je opdrachten van 1.3 (t/m opdracht  6)

Slide 23 - Slide