3.2 en 3.3 elektriciteit

Paragraaf 2 (herhaling) & 3
Elektriciteit
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 2 (herhaling) & 3
Elektriciteit

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.
De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.
Er verdwijnen geen elektronen.

Slide 3 - Slide

Serie schakeling: 1 lange stroomkring.
Parallel schakeling: verschillende stroomkringen

Slide 4 - Slide

Een ampèremeter sluit je in serie aan en een voltmeter parallel.

Slide 5 - Slide

I is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 6 - Quiz

Met welke eenheid meten we spanning
A
ampere
B
vermogen
C
volt
D
watt

Slide 7 - Quiz

de stroommeter plaats je altijd
A
in serie
B
bij de batterij
C
maakt niet uit
D
parallel

Slide 8 - Quiz

Een voltmeter plaats je altijd:
A
in serie
B
bij de batterij
C
maakt niet uit
D
parallel

Slide 9 - Quiz

Wat is het symbool voor stroomsterkte
A
A
B
I
C
U
D
S

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Overbelasting

Slide 12 - Slide

Kortsluiting

Slide 13 - Slide

Huisinstallatie

Slide 14 - Slide

Paragraaf 3: Weerstand

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Weerstand berekenen

Weerstand kun je berekenen. 

R= Weerstand in ohm
U = spanning in volt
I = stroomsterkte in ampere

Slide 17 - Slide

Weerstand berekenen.

Slide 18 - Slide

Bereken de weerstand van een lampje waarop staat 6V/200mA

Slide 19 - Open question

Weerstand in ons lichaam
Contactweerstand: Waar de stroom je lichama in en uit gaat
Deze is groot als je handen droog zijn.

Slide 20 - Slide

Huiswerk: hoofdstuk 4 paragraaf 1,2 en 3 ook         "test jezelf"

Slide 21 - Slide