Herhaling proefwerk Kapitel 2

Herhaling proefwerk Kapitel 2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling proefwerk Kapitel 2

Slide 1 - Slide

Die Planung
Opbouw van het proefwerk
Grammatica herhalen
Leerstof

Slide 2 - Slide

Opbouw 
Woorden DU-NL          8 pt.                                       Bezettelijke vnw    6 pt.
Woorden NL-Du           5 pt.
Zinnen                              8 pt.
WW vervoegen             5 pt.
Voltooid DW                   3 pt.
Getallen t/m 1000        4 pt.
Juiste geslacht             5 pt.
Modale hulpww            7 pt.
Pers vnw                          5 pt.

Slide 3 - Slide

zwakke ww met stam op -d of -t
Een extra -e bij:
- du
- er/sie/es
- ihr

Slide 4 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(warten)______du hier schon lange?

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(arbeiten)Mein Bruder_____oft.

Slide 6 - Open question

Voltooid deelwoord
g + stam +t

maar:.......
Als de stam van het ww op -d of -t eindigt dan:

g+stam+et

Slide 7 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van "fragen"?

Slide 8 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "warten"?

Slide 9 - Open question

Telwoorden t/m 1000

Slide 10 - Slide

Der Koffer wiegt 47 Kg

Slide 11 - Open question

Wir fahren 190 Kilometer pro Stunde

Slide 12 - Open question

Ich habe 472 Freunden auf Facebook

Slide 13 - Open question

Das Fahrrad kostet 624 Euro

Slide 14 - Open question

Het geslacht van het znw

Slide 15 - Slide

Kies het juiste geslacht
Direktor
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste geslacht
Zeitung
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 17 - Quiz

Kies het juiste geslacht
Montag
A
Mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 18 - Quiz

Kies het juiste geslacht
Mädchen
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste geslacht
Übungen
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 20 - Quiz

Modale hulpwerkwoorden
Regel 1: De ich en de er/sie/es vorm krijgen geen uitgang
Regel 2: de ich, de du en de er/sie/es vorm krijgen een klinkerwissel

uitzondering: möchten

Slide 21 - Slide

Vul de juister vorm van het werkwoord in:
(kunnen) Wo ____ich das kaufen?

Slide 22 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(willen) Maria______kein Buch lesen

Slide 23 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(mogen) Wir ____ nicht ins Kino gehen.

Slide 24 - Open question

Het zelfstandig nw vervangen door persoonlijk vnw
Mannelijk wordt: er
vrouwelijk wordt: sie
onzijdig wordt: Es
Meervoud wordt: sie

Slide 25 - Slide

Ein Mann wordt:

Slide 26 - Open question

Deine Mutter wordt:

Slide 27 - Open question

Das Kleid wordt:

Slide 28 - Open question

Die T-Shirts wordt:

Slide 29 - Open question

Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr

Slide 30 - Drag question