4.3 Lezen klas 2 les 2

4.3 Lezen klas 2 les 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.3 Lezen klas 2 les 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

4.3 Lezen klas 2 les 1
Herkansing H3 Lezen
Niet verplicht
Dinsdag 20 mei einde van de dag, lokaal 1

Slide 4 - Slide

Beeld en opmaak (lay-out)


Beeld: 
  • de keuze van de plaatjes
  • de functie van een plaatje

Slide 5 - Slide

Welke signaalwoorden horen bij een uitleggend tekstverband?
A
Bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie
B
Ten eerste, ook, en, ten slotte
C
Tijdens, terwijl, eerst, daarna
D
Maar, echter, toch, tevens

Slide 6 - Quiz

Bespreken huiswerk

Maak van 4.3 Lezen
Opdracht 9 t/m 12


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Betoog schrijven
Onderwerp:
Wie zou er winnen: een gorilla of 100 mensen?
Regels: de gorilla is in topconditie, de 100 mensen zijn gemiddeld qua kracht

Slide 9 - Slide

150 woorden op papier
Inleiding: 
Waar gaat het over? Vertel over het dilemma en vertel wat jij denkt dat er zou gebeuren. Gebruik nog geen argumenten.
Kern: 
Drie alinea's met een argument per alinea
Slot: 
Je vat samen waarom jij denkt dat 
een van de twee partijen zou winnen 
timer
18:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Tekst en leespubliek
Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij/zij zijn doel niet. 

Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:

Slide 12 - Slide

1. Het onderwerp
Een tekst over de nieuwste schoolagenda's is voor jongeren en een tekst over uitjes met je kleinkinderen is voor ouderen.

Slide 13 - Slide

2. De bron
Een tekst in Fashionasta is vooral voor meisjes en een tekst op de website van Power Unlimited is meer voor jongens. Zo zijn er ook bladen en websites voor vrouwen (LINDA), mannen (AutoWeek), tuinliefhebbers (Groei & Bloei) en ga zo maar door. Dagbladen (kranten) zijn meestal gericht op een algemeen publiek.

Slide 14 - Slide

3. Het taalgebruik
Een tekst in een jongerenkrant heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst heeft vaak lange zinnen en veel moeilijke woorden.

In teksten die voor een specifiek publiek zijn bestemd, lees je meer jargon (vaktermen), zoals blancheren en julienne in recepten voor kookfanaten.

Teksten voor jongeren herken je vaak aan typische jongerenwoorden, zoals 'epic' en 'lit'; ook word je als lezer dan meestal met 'jij ' en 'jou' aangesproken.

Slide 15 - Slide

4. De lay-out
Advertenties, teksten voor jongeren en populaire weekbladen voor een breed publiek (zoals Quest, Glossy) meestal grote koppen en veel kleuren en plaatjes.

Tijdschriften voor een kleiner publiek  hebben niet zoveel illustraties en zijn vaak zakelijker opgemaakt.   

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Voetbal International' geschreven?
A
Mannen en vrouwen
B
Jongens en meisjes
C
Mannen en vrouwen die interesse hebben in voetbal
D
Iedereen die voetbal interessant vindt.

Slide 18 - Quiz

Waaraan kun je zien dat het voor iedereen die voetbal interessant vindt, is geschreven?
A
De lay-out; kleuren, foto's
B
Het onderwerp
C
Taalgebruik
D
Alle drie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Plus' geschreven?
A
Mannen en vrouwen
B
Jongens en meisjes
C
Mannen en vrouwen boven de 50 jaar
D
Mannen en vrouwen onder de 50 jaar

Slide 21 - Quiz

Waaraan kun je zien dat het voor mannen en vrouwen boven de 50 jaar is geschreven?
A
De lay-out; kleuren, foto's
B
Het onderwerp
C
Taalgebruik
D
Alledrie

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Voor wie zijn de artikelen in het tijdschrift 'Quest Junior' geschreven?
A
Bejaarden
B
Kinderen
C
Apenliefhebbers
D
Kleuters

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken 
4.3 Lezen
Opdracht 13 t/m 16
Klaar? Werk vooruit: 17 t/m 19, 21 t/m 26

Slide 25 - Slide