2hv directe en indirecte reden

Welkom 2hv
Pak je boek op blz. 181
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 2hv
Pak je boek op blz. 181

Slide 1 - Slide

Directe en indirecte rede
Directe rede: Je geeft de woorden die iemand zegt, letterlijk weer = een citaat.

Indirecte rede: je schrijft op wat iemand zegt, maar je geeft iemands woorden niet letterlijk weer. 

Slide 2 - Slide

Mirthe vertelde dat ze erg moe was.
A
indirect
B
direct

Slide 3 - Quiz

Jesse zei: 'Wanneer gaan we weer naar opa en oma?'
A
indirect
B
direct

Slide 4 - Quiz

'Wouter', riep Eline, 'ga je mee?'
A
indirect
B
direct

Slide 5 - Quiz

Directe rede (een citaat)
- Zet je tussen aanhalingstekens. 
Soorten zinnen:
  • Daan zei: 'Vandaag heb ik een lange dag op school.'
  • 'Ik moet straks nog boodschappen doen', zei Mariska. 
  • 'Morgen', zei meneer Blom, 'deel ik de toetsen uit.'
>>> Aanhalingstekens dus na de leestekens (.!?), 'behalve' als het citaat wordt onderbroken. 

Slide 6 - Slide

Uitzondering...
Samengevat, ik moet nog veel werk doen.
Citaat:
'Samengevat,' zei Sanne, 'ik moet nog veel werk doen.'

Slide 7 - Slide


Zet de zin in de directe rede:
De oude vrouw vroeg aan Sneeuwwitje of ze een mooie veter wilde kopen.

Slide 8 - Open question

Zet de zin in de indirecte rede:
De prins vroeg: "Wie is dat mooi meisje?"

Slide 9 - Open question

Zet de zin in de directe rede:
De oude vrouw zei lachend dat ze een prachtige rode veter had.

Slide 10 - Open question