M2 U3: 3.3 Grammaire I werkwoorden -ir

Les verbes en -IR (réguliers)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Les verbes en -IR (réguliers)

Slide 1 - Slide

M2D
Sebas
Djaylani
Ferdi
Jason
Kyanu
Kyan
Alex
Floris
Youri
Thomas
Tala
Mahla
Eve
Mati
Evy 
Yasmine
Renisha
Nadine
Owen
Sem
Dylan
Dario 
Rick
Docent

Slide 2 - Slide

M2E
Thijs
Walid
Danique
Jo Annie
Yasin
Dani
Mehdi
Valentino
Lucas
Levi
Elias
Ikra
Amalia
Dustin
Aaron
Jarah
Joeline
Rocco
Djuliano
Fenna
Eline
Nathan
Boris
Fenna P
Yana
Docent

Slide 3 - Slide

Le programme
  • maanden van het jaar herhalen
  • c'est quand, ton anniversaire?
  • uitleg
  • aan het werk met exercice 8
  • tijd over? Leren A1, A2, A3 van Unité 3
  • les devoirs
  • chanson

Slide 4 - Slide

Question: C'est quand, ton anniversaire?

Réponse: C'est le .....

Slide 5 - Slide

Au printemps
En été
En hiver
En automne
Alle seizoenen zijn mannelijke woorden

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat we al weten:
  • regelmatige ww -ER

  • onregelmatige ww


  • vandaag...

voorbeelden -ER
danser, commencer, arriver, écouter, aimer, adorer, regarder....
voorbeelden onregelmatige ww
être, avoir, faire, prendre, vouloir, pouvoir
lesdoel
na deze les kun je 2 regelmatige werkwoorden op -IR noemen en herken je de vormen van de ir-werkwoorden

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Werkwoorden op -IR
Finir
Choisir
Réussir
Rougir
Punir
Obéir
Grossir                                                                  Grandir

Slide 11 - Slide

de passé composé

Slide 12 - Slide

finir
Maintenant on ... l'exercice.
A
finir
B
finis
C
finit
D
finissons

Slide 13 - Quiz

Rougir : Nous ...
A
Rougons
B
Rougissez
C
Rougissons
D
Rougissent

Slide 14 - Quiz

Elle (finir - présent)
A
finis
B
finir
C
finit
D
fins

Slide 15 - Quiz

Punir : Ils ...
A
punit
B
punissons
C
punissez
D
punissent

Slide 16 - Quiz

grossir: Je ...
A
grossit
B
grossis
C
grossisses
D
grossirent

Slide 17 - Quiz

Vous................ votre travail
A
finez
B
finiez
C
finisez
D
finissez

Slide 18 - Quiz

Het werkwoord finir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous

Vous
Ils/Elles
Tekst
finis
finissent
finit
finissez
finissons
finis

Slide 19 - Drag question

vormen van obéir

Slide 20 - Mind map

Ik ken de vormen van de werkwoorden op -ir
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

ik noem
2 werkwoorden op -ir
en hun betekenis

Slide 22 - Mind map

Au travail!
Leren: Grammaire I op p. 90
Maken: grammaire : 3.3 Exercice 8A, B, C, D op p 90/91
lesdoel
na deze les kun je 2 regelmatige werkwoorden op -IR noemen en herken je de vormen van de ir-werkwoorden

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

En nu?
Leer alle werkwoorden op -ir p. 90, gebruik Quizlet ( Unité 3 Apprendre 3)

Maak de opdrachten 8G, 8H, 8I, p 117/118 of online menu au choix van 3.3

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link