Fragewörter üben 2H

Fragewörter üben
We oefenen met deze LessonUp de Duitse vraagwoorden.

Je controleert zo of je ze nu al goed genoeg kent. 
En welke vraagwoorden je eventueel extra aandacht aan moet besteden.

We maken de LessonUp klassikaal. Steek een vinger op als je tussendoor een vraag hebt.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Fragewörter üben
We oefenen met deze LessonUp de Duitse vraagwoorden.

Je controleert zo of je ze nu al goed genoeg kent. 
En welke vraagwoorden je eventueel extra aandacht aan moet besteden.

We maken de LessonUp klassikaal. Steek een vinger op als je tussendoor een vraag hebt.

Slide 1 - Slide

Welke Duitse vraagwoorden ken je al?

Slide 2 - Open question

Welke 9 vraagwoorden zijn er?

wie = wer

wat = was

waar = wo

waarheen = wohin

waarvandaan = woher

hoe = wie

wanneer = wann

waarom = warum

welk(e) = welche

Slide 3 - Slide

Kontrolle! :)
Vul jij het juiste vraagwoord in?

Slide 4 - Slide

(wanneer) ________ kommst du morgen? Ich komme morgen um halb 10.
A
wer
B
wie
C
wo
D
wann

Slide 5 - Quiz

(waarom)_______ hast du das gemacht?
A
wann
B
warum
C
wohin
D
woher

Slide 6 - Quiz

_______ hast du das gemacht?

(er zijn 2 antwoorden goed)
A
wann
B
warum
C
wohin
D
woher

Slide 7 - Quiz

_______ Musik ist gut?
A
was
B
wie
C
welche
D
wohin

Slide 8 - Quiz

(waarvandaan) ______ kommst du? Aus Frankreich
A
woher
B
wohin
C
warum
D
welche

Slide 9 - Quiz

Wat betekenen deze Duitse vraagwoorden in het NL? wo/wann/wohin
A
wanneer/als/waarvandaan
B
wie/wanneer/waarheen
C
waar/wanneer/waarheen
D
waar/wanneer/waarvandaan

Slide 10 - Quiz

Wer
Wie
Woher
Wo
Wann
Warum
Wohin
waar
Was
Wie
Hoe
waarvandaan
wanneer
waarom
waarheen
wat

Slide 11 - Drag question

Und?
Hoe ging het?
Wat ging goed?
Waar moet je nog 
aandacht aan besteden?

Slide 12 - Slide