RBEM formatieve toets - §3.2 en 3.3

Startopdracht
Open je boek
Maak de volgende opdrachten -->




Tijdens deze opdrachten
huiswerkcontrole ---------->

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startopdracht
Open je boek
Maak de volgende opdrachten -->




Tijdens deze opdrachten
huiswerkcontrole ---------->

Slide 1 - Slide

Les 1: voor de pauze

- Formatieve toets klassikaal
   §3.2 planten

- Zelfstandig werken aan de weektaak



Les 2: na de pauze

- Formatieve toets klassikaal
   §3.3 energierijke stoffen

- Zelfstandig werken aan de weektaak


Slide 2 - Slide

§3.2 Formatieve toets: waar sta je?
1. Pak je boek erbij. 
2. We doen 1 of 2 vragen per leerdoel.
3. Heb je een vraag fout? Omcirkel dan het juiste leerdoel in de paragraaf in je boek > zo weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken.

Doel: inzicht in welke leerdoelen je beheerst, klein beetje uitleg & snel maar effectief door de stof heen.

Slide 3 - Slide

Doen:
1. Teken de plant na.
2. Schrijf de juiste onderdelen erbij (net als een schematische tekening) kies uit: blad, wortel, stengel, bloem.
3. Schrijf bij elk onderdeel de juiste functie kies uit: stoffen vervoeren, voortplanting, stoffen opnemen en fotosynthese.

Slide 4 - Slide

§3.2 Leerdoel
Je kunt de organen van planten benoemen en hun functie beschrijven.

Slide 5 - Slide

Doorsnede van een blad
1. Noteer nummer 1 t/m 5 op je bordje. 
2. Noteer bij elk onderdeel de naam.
3. Noteer bij elk onderdeel de functie.
1
2
4
3
5

Slide 6 - Slide

§3.2 Leerdoel
Je kunt de weefsels in een blad benoemen en hun bouw en werking beschrijven. 

Slide 7 - Slide

1. Noteer nummer 1, 2 en 3 op je bordje. 
2. Noteer per nummer welke stof erbij hoort.
1
2
3

Slide 8 - Slide

§3.2 Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe een plant stoffen opneemt. 

Slide 9 - Slide

Een plakje stengel...

Hoe noem je de onderdelen die in het vierkantje staan?

Slide 10 - Slide

Wat is c? Waar vervoert het stoffen naartoe?
A
houtvat, omhoog
B
bastvat, omhoog
C
houtvat, omlaag
D
bastvat, omlaag

Slide 11 - Quiz

1. Noteer letter A en C op je bordje.
2. Schrijf de juiste naam bij A en C. 
3. Schrijf de juiste functie bij A en C. 

Slide 12 - Slide

§3.2 Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe planten stoffen vervoeren.

Slide 13 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Kies uit:

- Werken aan de weektaak -------->
- Nakijken van 3.1 t/m 3.3
- Test jezelf maken (laptop) van 3.1 t/m 3.2: werk aan de leerdoelen die je lastig vindt.
- Klaar? Oefentoets maken/samenvatten/leren....






Slide 14 - Slide

§3.3 Formatieve toets: waar sta je?
1. Pak je boek erbij. 
2. We doen 1 of 2 vragen per leerdoel.
3. Heb je een vraag fout? Omcirkel dan het juiste leerdoel in de paragraaf in je boek > zo weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken.

Doel: inzicht in welke leerdoelen je beheerst, klein beetje uitleg & snel maar effectief door de stof heen.

Slide 15 - Slide

§3.3 Formatieve toets: waar sta je?
1. Pak je boek erbij. 
2. We doen 1 of 2 vragen per leerdoel.
3. Heb je een vraag fout? Omcirkel dan het juiste leerdoel in de paragraaf in je boek > zo weet je aan welke leerdoelen je nog moet werken.

Doel: inzicht in welke leerdoelen je beheerst, klein beetje uitleg & snel maar effectief door de stof heen.

Slide 16 - Slide

Noteer:
De formule van verbranding.

Denk aan: een kaarsje branden, wat heb je nodig? Wat ontstaat er?

Slide 17 - Slide

§3.3 Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt uit glucose door verbranding.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Beantwoord de volgende vragen:
1. Noteer de formule van fotosynthese.
2. In welk onderdeel van de plant vindt fotosynthese plaats?

Slide 20 - Slide

§3.3 Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe een plant de energierijke stof glucose maakt door fotosynthese.

Slide 21 - Slide

Bekijk de afbeelding
In een blad vindt gaswisseling plaats = d uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide. 
Leg uit welke van de twee afbeelding overdag gebeurt. 

Hint: denk aan fotosynthese / verbranding > welke stoffen zijn hiervoor nodig?

Slide 22 - Slide

§3.3 Leerdoel
Je kunt uitleggen welke gassen overdag en 's nachts een blad in en uit gaan.

Slide 23 - Slide

Planten gebruiken niet alle glucose voor verbranding. Ze maken meer glucose dan nodig is voor verbranding. Dit zet de plant om in 6 verschillende stoffen: zetmeel, suiker, vetten, cellulose, eiwitten en vitaminen.

1. Noteer op je bordje de 6 verschillende stoffen: zetmeel, suiker, vetten, cellulose, eiwitten en vitaminen. 
2. Noteer per stof of dit een bouwstof, beschermende stof of reservevoedsel is. 

Slide 24 - Slide

Een plant kan reservevoedsel opslaan in de vorm van een verdikte wortel of een verdikte stengel. 
1. Noteer op je bordje verdikte wortel en verdikte stengel. 
2. Welke noemen we een knol en welke noemen we een bol?

Slide 25 - Slide

§3.3 Leerdoel
Je kunt beschrijven waarvoor planten glucose gebruiken.

Slide 26 - Slide

Welk onderdeel van de plant eet je hier?
Kies uit:
Blad, stengel, wortel, bloem, vrucht, zaad.

Slide 27 - Slide

§3.3 Leerdoel
Je kunt de delen van een plant noemen die mensen als voedsel gebruiken.

Slide 28 - Slide

1. Noteer op je bordje: broccoli, tomaat en aardappel.
2. Noteer welke soort korrel er in de groente zit. Kies uit: bladgroenkorrels, kleurstofkorrels en zetmeelkorrels.

Slide 29 - Slide

§3.3 Leerdoel
Je kunt 3 soorten korrels beschrijven die in plantencellen voorkomen.

Slide 30 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Kies uit:

- Werken aan de weektaak -------->
- Nakijken van 3.1 t/m 3.3
- Test jezelf maken (laptop) van 3.1 t/m 3.2: werk aan de leerdoelen die je lastig vindt.
- Klaar? Oefentoets maken/samenvatten/leren....






Slide 31 - Slide