§3.3 en 3.4 Klimaat en Landschapszones

H3
1 / 44
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Af
As
BW
BS
Cf
Cs
Df
Dw
ET

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Wat voor klimaat zie je hier volgens Koppen?
A
Af
B
EH
C
EF
D
ET

Slide 7 - Quiz

Welk klimaat van Köppen?
A
Cs
B
Aw
C
Cw
D
As

Slide 8 - Quiz

Welk klimaat van Köppen?
A
Af
B
As
C
Cs
D
BS

Slide 9 - Quiz

Welk klimaat van Köppen?
A
ET
B
Cf
C
Df
D
Dw

Slide 10 - Quiz

Welk klimaat van Köppen is dit?
A
ET
B
Cf
C
Df
D
Dw

Slide 11 - Quiz

Wat voor klimaat volgens Koppen zie je hier?
A
BW
B
BS
C
BF
D
BD

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

In de boreale zone vind je vooral.......
A
toendralandschap
B
loofbomen
C
struiken en grassen
D
naaldbomen

Slide 29 - Quiz

Welke van onderstaande hoort bij de aride zone?
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van de subtropische zone?
A
Warme droge zomers en zachte natte winters
B
Natte zomers, droge winters
C
Warme zomers koude winters
D
Zachte zomers en zachter winters met neerslag

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Tip: schakel eens meerdere malen heen en weer tussen deze en vorige slide. Zie je verbanden en/of overeenkomsten? Welke zones komen overeen met welk soort vegetatie?

Slide 33 - Slide

Luchstromen

Slide 34 - Slide

Een plek waar (relatief) warme lucht opstijgt noemen we:
A
Een passaat
B
Een hogedrukgebied
C
Een lagedrukgebied
D
De evenaar

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Twee beweringen:
1. Een koude zeestroom is wat temperatuur betreft altijd kouder dan een warme zeestroom
2. Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Geef 2 oorzaken waarom er in Los Angeles relatief weinig neerslag valt. (2p)

Slide 41 - Open question

Geef drie oorzaken waarom het in oostelijk Siberië zo koud is.
Denk aan de klimaatfactoren!

Slide 42 - Open question

Waarom hebben delen in centraal Afrika een gematigd klimaat i.p.v. een tropisch klimaat? Geef een algemene regel in je uitleg. (3p)

Slide 43 - Open question

Slide 44 - Slide