vrij 18 sept 2020

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Freitag, der achtzehte September

Ziel: Ik weet welke lidwoorden er zijn in het Duits! 

1. Quiz 
2. check of je je leerdoelen hebt behaald!
   
3. zelfstandig aan het werk met de planner! 
4. Serie kijken

Hausaufgaben: Zie werkwijzer+ leerdoelenkaart+ Wörterliste! 

uitlegfilmpjes/plaatjes/quiz die horen bij deze les 

Wat moet met een hoofdletter?

1. werkwoorden en namen
2. werkwoorden en zelfstandige naamwoorden
3. Zelfstandige naamwoorden en namen van mensen/dieren
4. aan het eind van de zin

Mann

1. der
2. die
3. das

Frau

1. der
2. die
3. das

Kind

1. der
2. die
3. das

Kinder

1. der
2. die
3. das

Haus

1. der
2. die
3. das

Junge

1. der
2. die
3. das

Mädchen

1. der
2. die
3. das

vertaal naar het Duits:
jij bent

1. du bist
2. du bin
3. ich bin
4. ich bist

vertaal naar het Duits:
hij is

1. sie sein
2. sie ist
3. er ist
4. er seid

vertaal naar het Duits:
jullie zijn

1. ihr sein
2. Ihr sein
3. ihr seist
4. ihr seid

vertaal naar het Duits:
ik heb

1. du hast
2. ich habe
3. ich hast
4. du habe

vertaal naar het Duits:
zij heeft

1. sie hast
2. sie hat
3. er hat
4. er hast

vertaal naar het Duits:
zij hebben

1. sie haben
2. sie habt
3. wir haben
4. wir habt

Welk onderwerp heb je een vraag over? Waar zou je nog wat uitleg over willen?

uitlegfilmpjes/plaatjes van afgelopen lessen om terug te kijken op de volgende pagina

0

0

0

0

0