Spelling meervoud op -en en sterke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Upload een foto van de antwoorden van de startopdracht en opdracht 1

Vragen over het huiswerk?

* Formuleren nagekeken? Bij opdracht 3 waren er meerdere antwoorden mogelijk

* Video- uitleg spelling gezien? 

* Schema presentaties gezien?

* Iedere dag 15 min. gelezen? 

Wat doen we vandaag? 

Les 1: 

- Huiswerk nakijken

- Oefenen met meervoud op -en

Les 2: 

Opdrachten afmaken en nakijken 

Aan de slag 

Maak opdracht 2 en 3 (blz. 95)

Klaar?

- Maak opdracht 5 (blz. 95)

- Maak opdracht 4 vraag 3 en 4 

- Blz. 96 startopdracht + theorie lezen (of filmpje kijken)

- Blz. 96 + 97 opdracht 1 t/m 4 maken  

Lekker werken!

- Maak opdracht 5 (blz. 95)

- Maak opdracht 4 vraag 3 en 4

- Blz. 96 startopdracht + theorie lezen (of filmpje kijken)

- Blz. 96 + 97 opdracht 1 t/m 4 maken 

* opdracht 5 blz. 97 hoeft niet per se

Klaar? lezen in je leesboek 

Upload een foto van de startopdracht en opdracht 1 (blz. 96)

Wat gaan we doen?

• Huiswerk nakijken
• Uitlegfilmpje
• Opdrachten maken(Verleden tijd- zwak en sterk)

https:

Wat is het verschil wat betreft de verleden tijd tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Aan de slag

Bladzijde 97. Maak 2 t/m 4 

Klaar? -> lezen in je leesboek 

Let op:

Opdracht 2 sterke werkwoorden 

Opdracht 3 zwakke werkwoorden (ik vorm + ...)

Opdracht 4 door elkaar

Upload een foto van je opdrachten van blz. 97

Wat doen we in deze les?

Les 1: presentaties 

Les 2: huiswerk nakijken 

Opdracht 2 

In groepjes bespreken.

15 min.

Camera aan. 

Klaar? Kom naar de hoofdvergadering

Opdracht 2 

(blz. 97)

Welke zinnen heb je gemaakt?

1. beval/bevalen

2. ophief/hieven op

3. rees/rezen

4. stal/stalen

5. vroor

6. wierp/wierpen

7. zwierf/zwierven

8. zweeg/zwegen