Chapitre 2 - Tu viens chez moi? 1 décembre

Leçon 2 chapitre 2
 vendredi 1er décembre 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leçon 2 chapitre 2
 vendredi 1er décembre 

Slide 1 - Slide

Chapitre 2 - Tu viens chez moi?
Objectif du cours (= lesdoel):

  • Ik kan over mijzelf vertellen. 
  • Wie zijn je ouders, wie zijn je broer/zus etc.
  • Aan het eind van deze paragraaf kun je een gesprek over familie begrijpen, 
  • ken je woorden die te maken hebben met familie, 
  • weet je hoe je woorden kunt leren met behulp van plaatjes en 
  • weet je hoe je het stappenplan bij het luisteren moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Chapitre 2 - Tu viens chez moi ?
Wat ga je vandaag leren?
             vertellen over jezelf (familie, dieren)
             bijvoeglijk naamwoord (grammatica bron D)

Slide 3 - Slide

Parler de sa famille

Slide 4 - Slide

Ma famille
Le père     - de vader                le grand-père - de opa
la mère     - de moeder           la grand-mère - de oma
le frère      - de broer                les parents - de ouders
la soeur    - de zus                    les grands - parents - de grootouders
la tante     - de tante                le cousin - de neef
l'oncle       - de oom                  la cousine - de nicht

Slide 5 - Slide

c'est la fille de mes parents.....
A
ma soeur
B
mon frère
C
mon cousin
D
ma cousine

Slide 6 - Quiz

c'est la soeur de ma mère
A
mon oncle
B
ma grand-mère
C
ma soeur
D
ma tante

Slide 7 - Quiz

c'est le frère de mon père
A
mon cousin
B
mon grand-père
C
mon oncle
D
ma soeur

Slide 8 - Quiz

c'est le fils de ma tante
A
mon frère
B
mon oncle
C
ma mère
D
mon cousin

Slide 9 - Quiz

Onderdeel B - Lire
Werkboek, p. 64

Slide 10 - Slide

Les animaux de compagnie 
(de huisdieren)
le lapin        - het konijn                       la vache           - de koe
le chat          - le hamster                    beau / belle   - mooi
le chien       - de hond                          actif / active - actief
l'oiseau       - de vogel                         adorable !       - schattig !
la poule       - de kip

Slide 11 - Slide

Je cherche quelqu'un qui.....( ex 9)
- a un chien           - aime faire du sport
- a un chat
- a un cheval
- a un lapin
- a un poisson 
- a un frère ou une soeur
- est fils/fille unique
- aime jouer à la console
- regarder la télé              

Slide 12 - Slide

Onderdeel D - Grammaire
het bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 14 - Slide

Onregelmatige vormen
man. enk.
vrouw. enk.
man. mv.
vrouw. mv.
vertaling
bon
bonne
bons
bonnes
goed
beau
belle
beaux
belles
mooi
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
nieuw
vieux
vielle
vieux
vieilles
oud

Slide 15 - Slide

Maak nu opdracht 16 a t/m e
(pagina 70 van je werkboek)

Slide 16 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord - Plaats

Slide 17 - Slide

Maak nu opdracht 17 + 18
(pagina 71 + 72 werkboek)

Slide 18 - Slide

Oefenen op: languagesonline.org.uk
- Ga naar: languagesonline.org.uk en klik linksboven op: Français
- scroll iets naar beneden en klik  onder Primary op: Les Animaux
- Als je klaar bent scroll je naar beneden naar: First Year learning en klik je
  op:  unité 3. Maak opdracht 1 t/m 11 over "la famille"

Slide 19 - Slide

Les devoirs - het huiswerk
Chapitre 2:
les devoirs le 4 décembre: 
- Apprendre/leren: voca en zinnen A+B + grammatica D
- Faire/(af)maken: opdracht 10 t/m 12, 16, 17 en 18

Slide 20 - Slide