v4 220119

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

filosofie
  • goed begin
  • deugdethiek - korte herhaling
  • zelfstandig werken: zie classroom
  • de geluksparadox, Plato, Socrates, Nietzsche
  • afsluiting van de les/huiswerk: bestuderen studiewijzer en vragen insturen

Slide 2 - Slide

Welke zin is juist?
A
In de deugdethiek wordt onderzocht of een handeling deugt
B
In de deugdethiek richt men zich niet zozeer op het goede handelen, als wel op het ontwikkelen van een goede persoonlijkheid
C
In de deugdethiek worden deontologie en utilisme met elkaar verzoend
D
Het juiste midden van de deugdethiek betrekt zich op een middenpositie tussen deontologie en utilisme

Slide 3 - Quiz

Welke zin is juist?
A
In de deugdethiek richt men zich op het goede handelen, en niet zozeer op het ontwikkelen van een goede persoonlijkheid
B
Een beheerst mens heeft een goede balans tussen driften en geweten
C
Deugd is dus een karakterhouding om een weloverwogen keuze te maken...
D
Het juiste midden van de deugdethiek betrekt zich op een middenpositie tussen deontologie en utilisme

Slide 4 - Quiz

Het denkvermogen is gericht op het goede, het streefvermogen op het aangename, maar het streefvermogen is sterker dan het denken
A
Dit gaat op voor een deugdzaam mens
B
Dit gaat op voor een beheerste mens
C
Dit gaat op voor een slecht mens
D
Dit gaat op voor een onbeheerste mens

Slide 5 - Quiz

Het denkvermogen is niet gericht op het goede, het streefvermogen ook niet
A
Dit gaat op voor een deugdzaam mens
B
Dit gaat op voor een beheerste mens
C
Dit gaat op voor een slecht mens
D
Dit gaat op voor een onbeheerste mens

Slide 6 - Quiz

Deugdethiek
  • streefvermogen en denkvermogen
  • gericht op het aangename of het goede
  • het goede: het juiste evenwicht

deugdethiek: het ontwikkelen van een evenwichtige persoonlijkheid

praktisch inzicht

Slide 7 - Slide


    Prudentia (Voorzichtigheid)
    Iustitia (Rechtvaardigheid)
    Temperantia (zelfbeheersing)
    Fortitudo (Moed)
    Fides (Geloof)
    Spes (Hoop)
    Caritas (Liefde)

Slide 8 - Slide


    Prudentia (Voorzichtigheid)
    Iustitia (Rechtvaardigheid)
    Temperantia (zelfbeheersing)
    Fortitudo (Moed)
    Fides (Geloof)
    Spes (Hoop)
    Caritas (Liefde)

Iedere deugd in de juiste mate en alle deugden in een goede balans, al naar gelang de situatie vraagt

Slide 9 - Slide

door te oefenen krijg je denk- en streefvermogen in evenwicht, belang van de opvoeding

slecht - zowel denk- als streefvermogen niet gericht op het goede
onbeheerst - denkvermogen is wel gericht op het goede, maar het streefvermogen niet, streefvermogen is sterker dan het denken
beheerst - denkvermogen is wel gericht op het goede, maar het streefvermogen niet, denkvermogen is sterker dan het streven
goed -  zowel denk- als streefvermogen gericht op het goede

Slide 10 - Slide

de geluksparadox

  • gelukkig door het aanvaarden van jouw grenzen
  • gelukkig door het doorbreken van jouw grenzen

kan dat samengaan?

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken aan werkblad, zie classroom

Slide 12 - Slide

Plato, Socrates en Nietzsche

Socrates:
  • mensen streven naar geluk
  • als je weet wat daarbij helpt, zul je dat ook doen(dus hierover goed denken)
  • als je weet wat geluk brengt, zul je dat niet nalaten(geen wilszwakte)

het goede, het ware en het schone(verum, bonum, pulchrum)

Slide 13 - Slide

Plato, Socrates en Nietzsche

Nietzsche:
  • niet door denken, goed en kwaad liggen niet vast
  • niet het zwakke, maar het sterke is voornaam
  • dat moet je dus niet omdraaien(zoals de christenen doen)

her-waardering
geen slaven-, maar herenmoraal

Slide 14 - Slide

huiswerk - studiewijzer goed doornemen, vragen stellen op classroom

Slide 15 - Slide