Thema 6, tussentoets woordenschat

Ben je vandaag op school?
A
Ja
B
Nee
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ben je vandaag op school?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

Wat betekent de afspraak?
A
Iets bespreken met iemand anders
B
Elkaar beloven om samen iets te doen.
C
Iemand af en toe zien.

Slide 2 - Quiz

Welk woord mist er in het rijtje?

... - gisteren - vandaag - morgen - overmorgen
A
nu
B
vorige week
C
eergisteren

Slide 3 - Quiz

Welk woord past het beste in de zin?

... eet je je bord leeg en dan mag je een toetje.
A
later
B
eerst
C
volgend

Slide 4 - Quiz

Wat is een agenda?
A
Een lijstje met boodschappen.
B
Een boekje waarin je afspraken kunt opschrijven.
C
Een boekje waarin je verhaaltjes kunt opschrijven.

Slide 5 - Quiz

In welke zin past het woord volgende het best?
A
Je bent ... alweer over de helft.
B
... keer was je nog een baby.
C
... maand gaan we op schoolreisje.

Slide 6 - Quiz

Wat heeft GEEN vaste volgorde?
A
de letters van het alfabet
B
de broodjes van de bakker
C
de dagen van de week
D
de maanden van het jaar

Slide 7 - Quiz

Wat kun je NIET ontvangen?
A
een berichtje
B
een bedoeling
C
een pakketje
D
een brief

Slide 8 - Quiz

Je moet straks naar de tandarts.
Je bent een beetje bang dat je een gaatje hebt.
Je bent….
A
teleurgesteld
B
zenuwachtig
C
droevig

Slide 9 - Quiz

Je bent bij de tandarts geweest.
Je had geen gaatjes.
Je bent…
A
teleurgesteld
B
droevig
C
opgelucht

Slide 10 - Quiz

Welke beschrijving hoort bij teleurgesteld?
A
Je vindt het jammer dat het niet ging zoals je had gehoopt.
B
Je bent blij dat het goed is afgelopen.
C
Je bent bang dat niet zal gaan zoals je hoopt.

Slide 11 - Quiz