5.2 Het oplossen van zouten

Hoofdstuk 5 - Zouten 
Uitleg oplossen van zouten
Gebruik oplosbaarheidstabel
Oplosvergelijking en indampvergelijking
1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 - Zouten 
Uitleg oplossen van zouten
Gebruik oplosbaarheidstabel
Oplosvergelijking en indampvergelijking

Slide 1 - Slide

Doelen 

  • Ik kan uitleggen wat er gebeurt als een zout oplost.
  • Ik weet enkele triviale namen van zoutoplossingen (tb 5.2).
  • Ik kan met de oplosbaarheidstabel BINAS 45A onderzoeken welke zouten goed, matig en slecht oplossen.
  • Ik kan de oplosvergelijking opstellen van zouten.
  • Ik kan de indampgelijking opstellen van zoutoplossingen.

Slide 2 - Slide

Planning
  • Instructie p. 5.2
  • Maak opdracht uit het boek.

Slide 3 - Slide

Vragen uit 5.1?

Slide 4 - Mind map

Pak de Binas tabel 45A erbij!!

Slide 5 - Slide

Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
NaCO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2

Slide 6 - Quiz

Wat is de zoutformule van calciumhydroxide?
A
CaOH2
B
Ca(OH)2
C
Ca2OH
D
(Ca)(OH)

Slide 7 - Quiz

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2

Slide 8 - Quiz

Zet de juiste zoutnamen bij de verhoudingsformules. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 9 - Drag question

Oplosbaarheid van zouten
Een zout:
  • postief-ion
  • negatief-ion
Oplossen in water
  • Ionen worden omgeven door water
  • Toestandsaanduiding: aq van aqua

Slide 10 - Slide

Verzadiging

  • Zout-oplossing is verzadigd wanneer je geen zout meer kan oplossen.
  • Sommige zouten lossen maar een heeeeeel klein beetje op --> S
  • Sommige zouten lossen maar voor een gedeelte op --> M
  • Sommige zouten lossen goed op --> G, maar niet oneindig.

  • Je kan veel natriumchloride (keukenzout) oplossen, maar niet vele kilo's in 1 liter water.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Pak de Binas tabel 45A erbij!!

Slide 13 - Slide

Hoe is de oplosbaarheid van magnesiumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 14 - Quiz

Hoe is de oplosbaarheid van ijzerbromide
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 15 - Quiz

Hoe is de oplosbaarheid van ammoniumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 16 - Quiz

Wanneer is een zout oplossing verzadigd?
Als...
A
...de maximale hoeveelheid zout is opgelost
B
...de maximale hoeveelheid water is opgelost
C
...je niet meer kan roeren.
D
...de oplossing vast wordt.

Slide 17 - Quiz

Oplosvergelijking
voor de pijl:               na de pijl:
vast zout             zoutopLOSsing

NaCl(s)   -->  Na+ (aq)  +  Cl-(aq)

ionen aan                  ionen
elkaar vast                 LOS

Slide 18 - Slide

Oplossen  van zouten
In de animatie hiernaast zie je wat er op microniveau gebeurt als een zout goed oplosbaar is in water: de ionen laten elkaar los en worden omringd door moleculen water.

Slide 19 - Slide

 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
timer
3:00

Slide 20 - Slide

oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl. 
2. Noteer daarna de losse ionen MET lading erbij na de pijl. 

3. Vergeet niet kloppend te maken. Zet de getallen op de juiste plek

Slide 21 - Slide

Geef de oplosvergelijking voor
Na2SO4

Slide 22 - Open question

Triviale namen, leer deze!
Na+ (aq) + OH- (aq)
Natriumhydroxide
Natronloog
K+ (aq) + OH- (aq)
Kaliumhydroxide
Kaliloog
Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)
Calciumhydroxide
Kalkwater
Ba2+ (aq) + 2 OH- (aq)
Bariumhydroxide
Barietwater

Slide 23 - Slide

De oplosvergelijking van aliminiumfosfaat, , is:
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43(aq)AlPO4(s)
B
AlPO4(s)Al3+(aq)+PO43(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4Al3++PO43

Slide 24 - Quiz

Indampvergelijking
Na+(aq)+Cl(aq)NaCl(s)

Slide 25 - Slide

De indampvergelijking van
zinknitraat is:
A
Zn2+(aq)+2NO3(aq)Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)Zn2+(aq)+2NO3(aq)
C
Zn2++2NO3Zn(NO3)2
D
Zn(NO3)2Zn2++2NO3

Slide 26 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 21 t/m 28.



Slide 27 - Slide

Doelen 
  • Ik kan uitleggen hoe planten hun mineralen uit de grond opnemen.
  • Ik kan uitleggen hoe zand en klei als bodem werken voor het opnemen van ionen.
  • Ik kan de oplosvergelijking opstellen van zouten.
  • Ik weet enkele triviale namen van zoutoplossingen (tb 5.2).
  • Ik kan met de oplosbaarheidstabel BINAS 45A onderzoeken welke zouten goed, matig en slecht oplossen.
  • Ik kan uitleggen hoe klei als ionenwisselaar werkt.

Slide 28 - Slide

Schrijf twee dingen op die je nog onduidelijk vind

Slide 29 - Open question

Schrijf in je eigen woorden twee dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Open question

Vast 
zout
Zout-
oplossing
vast zout = verhoudingsformule
Opgelost zout = losse ionen
Alleen bij losse ionen de fase  (aq)
Bij de verhoudings-formule de fase (s)
Hydratatie van ionen
Stroomgeleiding bij vrij bewegende ionen

Slide 31 - Drag question