This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
10.04
Straling
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je moet de volgende begrippen kunnen uitleggen en toepassen in een verhaal:
Infrarode straling
Warme voorwerpen
Ultraviolette straling
Röntgenstraling
Je kunt uitleggen hoe een röntgenfoto gemaakt wordt.
Slide 2 - Slide
Bij een botbreuk wordt een foto gemaakt met behulp van:
A
Straling
B
Golven
C
Dichtheid
D
Allemaal
Slide 3 - Quiz
Infrarode straling
Infrarode straling voelen wij als warmte.
Sommige dieren kunnen infrarode straling zien, welke?
Alle warme voorwerpen zenden dus infrarode straling uit!
Hoe warmer, des te intenser de straling.
Slide 4 - Slide
UV-straling
UV-straling is licht wat de zon uitzendt.
Je wordt bruin van UV-straling, teveel UV-straling zorgt ervoor dat je verbrandt.
Mensen kunnen geen UV-straling zien, sommige dieren wel. Welke dieren kunnen UV-straling zien?
Slide 5 - Slide
Stelling 1: Dieren zenden UV-straling uit
Stelling 2: Dieren zenden infrarode straling uit
A
Stelling 1 en 2 zijn correct
B
Stelling 1 en 2 zijn incorrect
C
Stelling 1 is correct, stelling 2 is incorrect
D
Stelling 1 is incorrect, stelling 2 is correct
Slide 6 - Quiz
Röntgenstraling
Röntgenstraling wordt gebruikt om röntgenfoto's te maken in het ziekenhuis.
Röntgenstraling gaat door zacht weefsel (spieren, bloedvaten) heen, maar wordt tegengehouden door hard weefsel (bot).
Slide 7 - Slide
Straling, waar bestaat het uit?
Straling bestaat uit golven.
Sommige golven zijn lang (infrarode straling), andere zijn kort (röntgenstraling).
Slide 8 - Slide
Elektromagnetische straling bestaat dus uit golven. Hierbij geldt: hoe langer de golflengte, des te lager de energie is. UV-straling heeft een kortere golflengte dan IR-straling en heeft dus ook meer energie. Je verbrandt eerder van UV-straling dan van IR-straling.
Slide 9 - Slide
Bij zichtbaar licht heeft rood de laagste energie, violet het hoogst.