Oefenen B1 tm B4

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

de manier van vervoeren van mensen of materialen

1. Transport
2. Transportmiddel
3. Weerstand

De kracht die een voorwerp afremt

1. Transport
2. Transportmiddel
3. Weerstand

Het vervoeren van mensen of materialen

1. Transport
2. Transportmiddel
3. Weerstand

Doelmatig, met zo min mogelijk (energie) verspilling

1. Wrijving
2. Efficientie
3. Weerstand

De terugwerkende kracht die bij een botsing ontstaat

1. Wrijving
2. Efficientie
3. Weerstand

Botsen van een voorwerp tegen zijn omgeving

1. Wrijving
2. Efficientie
3. Weerstand

Stoffen die energie leveren als ze worden verbrand

1. Aardgas
2. Aardolie
3. Transportgoed
4. Brandstof

Deze stof wordt uit de bodem gepompt, en omgevormd tot een vloeibare stof om te vervoeren

1. Aardgas
2. Aardolie
3. Transportgoed
4. Brandstof

Deze stof wordt gebruikt als brandstof voor auto's en om plastic te maken

1. Aardgas
2. Aardolie
3. Transportgoed
4. Brandstof

Om stoffen te vervoeren, komen ze in korrels voor

1. Aardgas
2. Aardolie
3. Transportgoed
4. Brandstof

Elektriciteit verplaatst onder ..1.. spanning en ..2.. stroomsterkte

1. 1 = lage , 2 = hoge
2. 1 = lage , 2 = lage
3. 1 = hoge , 2 = lage
4. 1 = hoge , 2 = hoge

Hoeveel Volt bevat een stopcontact?

1. 220 kV
2. 230 V
3. 400 kV
4. 380 V

De eenheid van weerstand is..

1. Ohm
2. Volt

Een isolator heeft weinig weerstand

1. Waar
2. Niet waar

Een geleider heeft veel weerstand

1. Waar
2. Niet waar

Koper heeft een lage Ohm

1. Waar
2. Niet waar

Van welk materiaal is dit gemaakt?

1. Beton
2. Glas
3. Hout